Bij patiënten met ernstig astma heeft de IL-5-remmer mepolizumab niet alleen een gunstig effect op de klinische parameters, zoals de longfunctie en het aantal exacerbaties, maar zorgt het ook voor structurele veranderingen in de luchtwegen, zoals een afname van de histologische markers voor luchtwegremodelering en een verbetering van de epitheliale barrière. Dat blijkt uit een analyse van Britse onderzoekers, die ze tijdens de ERS 2025 presenteerden.1
Bij patiënten met ernstig astma zorgt mepolizumab voor een vermindering van het aantal exacerbaties en een verbetering van de astmacontrole. Over het effect van mepolizumab op de structurele veranderingen die plaatsvinden in de luchtwegen van astmapatiënten (airway remodelling/luchtwegremodelering) is nog niet zoveel bekend.
De analyse vond plaats bij een groep van 14 patiënten met ernstig type 2 eosinofiel astma (bloedeosinofielen ≥ 300 cellen/µl). Bij deze patiënten namen ze een biopt van de luchtwegen. Dit deden ze zowel op baseline als na 6 maanden behandeling met mepolizumab. Hierin onderzochten ze markers van luchtwegremodelering (collageen, elastine, slijmbekercellen) en markers van het luchtwegepitheel (e-cadherine). Daarnaast verzamelden ze informatie over klinische parameters, zoals de longfunctie, het aantal exacerbaties, de astmacontrole, het stikstofmonoxidegehalte in de uitademingslucht (FeNO) en de hoeveelheid eosinofiele granulocyten in het bloed en in een bronchoalveolaire lavage (BAL).
Ten opzichte van baseline zagen de onderzoekers na 6 maanden behandeling met mepolizumab de volgende veranderingen in de klinische parameters: de longfunctie en de astmacontrole namen toe en het aantal exacerbaties nam af; het aantal eosinofielen in bloed en BAL nam af; het FeNO-gehalte verschilde niet statistisch significant tussen de 2 meetmomenten.
In de luchtwegbiopten zagen ze het volgende: het aantal subepitheliale eosinofielen nam af; de hoeveelheden subepitheliaal collageen (waaronder collageen 1) en elastine namen af; het aantal slijmbekercellen in het epitheel nam af; de hoeveelheid e-cadherine in het bronchiaal epitheel nam toe.
De onderzoekers concluderen dat mepolizumab leidt tot een verbetering in de klinische parameters, een afname van de histologische markers van luchtwegremodelering en een verbetering van de epitheliale barrière bij patiënten met ernstig eosinofiel astma.
Bron: