De toevoeging van perioperatief enfortumab vedotin plus pembrolizumab aan een radicale cystectomie en een lymfeklierdissectie leidt bij patiënten met spierinvasief blaascarcinoom die niet in aanmerking komen voor cisplatine of deze behandeling weigeren, tot een betere eventvrije en totale overleving. Dit blijkt uit de fase III KEYNOTE-905-studie.1
Voor patiënten met spierinvasief blaascarcinoom is neoadjuvant cisplatine, met of zonder perioperatief durvalumab of adjuvant nivolumab, een standaardbehandeling. Maar ongeveer 50% van de patiënten komt niet in aanmerking voor cisplatine. De onderzoekers van de KEYNOTE-905 gingen na of in deze populatie perioperatieve behandeling met enfortumab vedotin plus pembrolizumab effectief is.
De onderzoekers randomiseerden patiënten met spierinvasief blaascarcinoom (T2-T4N0M0 of T1-T4aN1M0) naar 3 groepen. Meer dan 50% had urotheelcelcarcinoom en alle deelnemers kwamen niet in aanmerking voor cisplatine of weigerden de behandeling. 1 groep werd perioperatief behandeld met pembrolizumab en 1 groep met enfortumab vedotin plus pembrolizumab (n = 170) en er was een controlegroep die enkel een standaard cystectomie en lymfeklierdissectie kreeg en vervolgens werd geobserveerd (n = 174). De arm met alleen pembrolizumab werd tijdens het onderzoek gesloten.
De eventvrije overleving (EFS), het primaire eindpunt van de studie, verschilde significant. De mediane EFS was nog niet bereikt in de enfortumab vedotin plus pembrolizumab-arm en was 15,7 maanden in de controlearm (HR 0,40). De eventvrije overleving na 12 en 24 maanden was respectievelijk 77,8 versus 55,1% en 74,7 versus 39,4%. Deze resultaten werden tijdens het congres met gejuich ontvangen. De totale overleving was nog niet bereikt in de experimentele arm en was 41,7 maanden in de controlearm (HR 0,50), met een overleving na 12 en 24 maanden van 86,3 versus 75,7% en 79,7 versus 63,1%. Tevens was er beduidend vaker sprake van een pathologische respons: respectievelijk bij 57,5 versus 8,6%. Er werden geen onverwachte bijwerkingen gezien en ernstige bijwerkingen traden op bij 58,1%versus 40,9%.
De onderzoekers stellen dat perioperatief enfortumab vedotin plus pembrolizumab in deze setting mogelijk een nieuwe standaardbehandeling vormt.
Bron: