Bij patiënten met gemetastaseerd NSCLC die een eerstelijnsbehandeling krijgen met een immuuncheckpointremmer leidt toediening vroeg op de dag, voor 15:00 uur, tot betere uitkomsten dan toediening later op de dag. Een gerandomiseerde studie laat zien dat de progressievrije en totale overleving bij vroege toediening bijna verdubbelen, mogelijk als gevolg van de invloed van het circadiane ritme.1
Het circadiane ritme heeft invloed op diverse biologische mechanismen. Zo blijkt uit preklinische studies dat er een verband is tussen het dagritme en het functioneren van het immuunsysteem. Op deze manier heeft het circadiane ritme mogelijk ook invloed op de effectiviteit van immuuntherapie. In 20 retrospectieve studies is inderdaad gevonden dat de effectiviteit van immuuncheckpointremmers hoger is bij toediening vroeg op de dag. Een groep onderzoekers wilde dit verder onderzoeken en startte de eerste prospectieve, gerandomiseerde fase III-studie naar toediening vroeg op de dag, versus toediening laat op de dag.
De studie randomiseerde 210 patiënten zonder driver mutaties naar een groep waarbij de toediening van standaardimmuuntherapie plus chemotherapie voor 15:00 uur was afgerond, en een groep waarbij de toediening hiervan na 15:00 uur startte. Het primaire eindpunt van de studie was de progressievrije overleving (PFS).
Na een mediane follow-up van 23,2 maanden was de mediane PFS bij de vroeg en laat behandelde groepen respectievelijk 11,3 en 5,7 maanden, wat een significant verschil was (HR 0,42). Ook de mediane totale overleving (OS) was significant langer in de vroeg op de dag behandelde groep; deze was hier nog niet bereikt, ten opzichte van 16,4 maanden in de laat op de dag behandelde groep (HR 0,45). Verder hadden de vroeg behandelde patiënten ook een significant hogere objectieve respons (75,2 vs. 56,2%).
Een mogelijke biologische verklaring voor de verschillen in uitkomsten vonden de onderzoekers toen ze naar de immuuncellen van patiënten keken. Zo bleek de hoeveelheid CD8+-T-cellen gedurende de behandeling te stijgen in de vroeg op de dag behandelde patiënten, terwijl dit type cel afnam in de laat op de dag behandelde groep.
Gezien de impact van het circadiane ritme op de effectiviteit van immuuntherapie, bevelen de onderzoekers aan om in toekomstige klinische studies het tijdstip van toediening te documenteren en om hierop te stratificeren.
Bron: