Bevolkingsonderzoek darmkanker leidt bij 3,6 procent tot diagnose

Ruim twee derde van de mensen die zijn uitgenodigd voor het bevolkingsonderzoek darmkanker, heeft deelgenomen. Bij 12 procent van hen was er reden voor vervolgonderzoek met coloscopie. Uiteindelijk is bij 0,6 procent van het totaal aantal deelnemers colorectaalkanker en bij 3.0 procent een gevorderd adenoom aangetroffen. Dat blijkt uit de analyse van het RIVM van het eerste half jaar van het bevolkingsonderzoek.

De resultaten brengen de detectierate van het bevolkingsonderzoek op 35,5 per 1000 gescreende cliënten. De cijfers komen volgens het RIVM overeen met de prognoses uit voorgaand onderzoek.

Geboortecohort

Voor het onderzoek zijn mensen uit de geboortejaren 1938, 1939, 1947, 1949 en 1951 uitgenodigd. In totaal deden bijna 130 duizend mensen mee. Bij 12 procent was er op grond van de uitslag van de occult-bloedtest reden tot vervolgonderzoek. Het aantal positieve uitslagen van de iFOBT nam toe met de leeftijd: 14 procent van het 1938-cohort en 13 procent van het 1939-cohort; van de mensen uit het geboortejaar 1951 was maar 7 procent van de occult-bloedtest positief. Overigens is in deze periode nog de lage afkapwaarde van 88 ng/ml voor de de iFOBT gehanteerd. In juli is de afkapwaarde vanwege de grote gevoeligheid van de test verhoogd naar 275 ng/ml.

Coloscopie

Bij 11 duizend mensen is een coloscopie verricht. In 7 procent van deze coloscopieën is darmkanker aangetoond en in 34 procent gevorderde poliepen. Daarmee leidde bijna 60 procent van de coloscopieën tot een fout-positieve uitslag omdat er geen darmkanker of een gevorderde adenoom was aangetroffen. Wel is bij 23 procent een non-advanced adenoom en bij 5 procent aan serrated poliep/adenoom gevonden.

Wachtlijst

Volgens het RIVM was de deelname aan het bevolkingsonderzoek hoger dan verwacht. Dat zorgde wel voor een wachtlijst voor coloscopieën, aldus Annemiek van Bolhuis. Om de wachtlijsten terug te dringen en de overbelasting van reguliere coloscopieën buiten het bevolkingsonderzoek te voorkomen, zijn tijdelijk minder mensen voor het bevolkingsonderzoek uitgenodigd.