Ruim de helft van de patiënten met eierstokkanker krijgt tijdens de chemotherapie te maken met aanpassingen in de behandeling vanwege bijwerkingen. Dat blijkt uit het IKNL-rapport Eierstokkanker in Nederland 2025.
Voor vrouwen met eierstokkanker in een hoog stadium blijkt chemotherapie in veel gevallen moeilijk vol te houden. Bij 54% van de patiënten tussen 2015 en 2021 moest de behandeling tussentijds worden aangepast. In 38% van de gevallen ging het om een dosisreductie, 24% kreeg een tijdelijke onderbreking en 9% moest het aantal chemokuren verminderen.
De voornaamste redenen voor de aanpassingen waren hematologische toxiciteit en neurologische klachten. Dosisaanpassingen of onderbrekingen hebben geen negatief effect op de overleving; een vermindering van het aantal kuren wel.
De behandeling en uitkomsten bij eierstokkanker verschillen per regio. Zo varieert het percentage vrouwen waarbij de ziekte binnen 3 jaar terugkeert van 64% tot 80%, afhankelijk van waar zij behandeld zijn.
Veel vrouwen ervaren na de behandeling voor eierstokkanker blijvende klachten die hun dagelijks functioneren beïnvloeden. Meer dan 40% kampt met vermoeidheid, ruim 25% met neuropathie (zoals zenuwpijn en tintelingen aan handen en/of voeten) en bijna een kwart met angstklachten. Daarnaast worden problemen met intimiteit en seksualiteit vaak genoemd.
Bron: