Net als in 2020 staan twee directe orale anticoagulantia (DOAC’s) – rivaroxaban en apixaban – bovenaan de lijst van geneesmiddelen met de hoogste uitgaven. Met 190 miljoen en 102 miljoen euro aan uitgaven in 2021 steken beide middelen ver boven de rest uit, meldt Stichting Farmaceutische Kengetallen (SFK).
Voor beide DOAC’s geldt dat de uitgaven toenamen door een groeiend gebruik van deze relatief nieuwe antistollingsmiddelen. Het aantal gebruikers dat in 2021 rivaroxaban kreeg via een openbare apotheek steeg met 17% tot 190.000. Het aantal gebruikers van apixaban steeg met 23% nog harder en kwam uit op 170.000.
De uitgaven aan beide middelen kwamen hierdoor respectievelijk 10% en 22% hoger uit dan in 2020. De uitgaven zijn berekend tegen de gedeclareerde vergoeding voor de door apothekers geleverde zorg, plus de geneesmiddelkosten tegen apotheekinkoopprijzen (AIP). Omdat de overheid in elk geval tot eind 2023 een financieel arrangement heeft gesloten met de fabrikanten van deze DOAC’s, liggen de werkelijke uitgaven aan deze middelen lager.
Op nummer drie staat, net als in 2020, immunoglobuline. Met slechts 1.700 gebruikers is de uitgave in totaal 78 miljoen euro. Nieuw in de top 10 zijn evolocumab (8) en macrogol (10). Evolocumab wordt onder voorwaarden vergoed; toenemend gebruik van het middel zorgde voor 58 miljoen aan uitgaven, waarmee evolocumab goed is voor de 8ste plek. Ook voor macrogol, het middel dat in 2021 de meeste gebruikers telde, geldt dat toegenomen gebruik zorgde voor hogere uitgaven. Dit komt mogelijk door inhaalzorg na het tijdelijk stilleggen van het bevolkingsonderzoek darmkanker in 2020.
Bron: