De vierde editie van het Groene Zorg Festival, georganiseerd door de Groene Zorg Alliantie, stond in het teken van het pakken van de kansen die duurzaamheid in de zorg biedt. De noodzaak daartoe is duidelijk: de zorg is verantwoordelijk voor 7% van de CO2-uitstoot in Nederland. Maar het kiezen van de positieve insteek voor dit festival, maakte bij alle sprekers en aanwezigen veel energie los om hierin constructieve verandering te brengen.
Behalve het woord ‘festival’ maakte ook de titel van het Groene Zorg Festival 2025, ‘Vieren dat het anders kan’, duidelijk dat deze dag (19 september in Nijmegen) in het teken stond van de positiviteit. Voorzitter van de Groene Zorg Alliantie Evelyn Brakema (aios huisartsgeneeskunde en duurzaamheidsonderzoeker) gaf in haar openingswoord wel toe dat ze wat had moeten wegslikken om haar positieve gevoel over het behalen van duurzaamheidsdoelstellingen voor de zorg te kunnen behouden. “Ik kwam zo gedesillusioneerd terug van de klimaattop in Bakoe november vorig jaar”, zei ze. Maar na deze mislukte top keerde haar goede humeur terug toen ze zich de woorden van hoogleraar Jan Rotmans herinnerde: “De onderstroom bepaalt het ritme van de toekomst: de mensen die niet wachten maar doen.”
60 commissies
“Die mensen zitten hier”, zei Brakema. “60 landelijke commissies houden zich bezig met verduurzaming van de zorg. Dwars door alle zorgprofessies heen.” Barbara Goezinne, directeur-generaal Curatieve Zorg bij het ministerie van VWS, beaamde dit. “Die onderstroom leeft zeker”, zei ze. “Bestuurders die hun nek uitsteken, ondernemers die durven te investeren. Nadenken over hoe het groener kan is innoveren.” Ook de patiënt heeft daarin een rol, benadrukte ze. “Vraag aan patiënten wat ze willen, als ze in hun behandeling kunnen kiezen voor een groene of een niet-groene variant. Ik denk dat je verbaasd zult zijn hoeveel van hen dan tot een andere keuze komen dan je had verwacht. Dus dokters en verpleegkundigen: neem die ruimte.”
Energie losmaken
Lianne Wellens, aios huisartsgeneeskunde en duurzaamheidsonderzoeker, ging als discussieleider in gesprek met 4 duurzaamheidscoördinatoren in ziekenhuizen en 1 ziekenhuisbestuurder. Als uitgangspunt hiervoor koos ze een stevige stelling: “Als je als ziekenhuis geen duurzaamheidscoördinator of green team hebt, ben je dan eigenlijk nog wel een ziekenhuis?’ Toch blijkt die rol niet in alle ziekenhuizen al even lang te bestaan. Ziekenhuisbestuurder Frido Kraanen (Gelre Ziekenhuizen) vertelde dat hij zich er in zijn eerdere functie bij PGGM over verbaasde hoe stil de ziekenhuizen waren over het onderwerp duurzaamheid. “Je bent geen knip voor je neus waard als ziekenhuisbestuurder als je je niet met duurzaamheid bezighoudt”, zei hij. “Het mooie van aandacht voor duurzaamheid is dat je er zoveel energie mee losmaakt in je ziekenhuis. Er zijn altijd heel veel mensen die er passie voor hebben. Natuurlijk moet je er op voorhand in investeren en daarvoor moet je als bestuurder lef hebben. Maar het idee dat het geld kost is echt ridicuul.”
Natuurlijk kosten duurzaamheidsinitiatieven aanvankelijk soms wel geld, reageerde Jiska van Soest, duurzaamheidscoördinator in ziekenhuis Nij Smellinghe. Toch gingen daarvoor bij bestuurders in het verleden sneller de hakken in het zand dan nu, zei ze. “En als het toch gebeurt, is het mijn taak om ze eraan te herinneren dat duurzaamheid soms ook wat kan opleveren.” Op de werkvloer ontbreekt het niet aan enthousiasme, stelde Hinke van Dijk, coördinator duurzaamheid in ziekenhuis St Jansdal. Zij beschikt over een duurzaamheidsfonds van een ton per jaar. “Maar als medewerkers met een goede businesscase komen, bijvoorbeeld om over te stappen van disposables naar reusables, hoeft dat niet eens te worden aangesproken.” Ruimte geven aan zulke ideeën, kan een belangrijke inspiratiebron zijn voor medewerkers om in de zorg te blijven werken. Maar zulke ideeën delen blijft lastig. Kraanen: “Als de ene farmaceut overstapt van pillen naar liquid caps, doet de andere dat binnen een week ook. In de zorg werkt dit niet, want die heeft last van het ‘not invented here’–syndroom.”
Talloze initiatieven
Toch is wel degelijk sprake van beweging. De talloze posters die overal in de festivalruimte hingen, vertellen evenzovele verhalen over duurzaamheidsinitiatieven die in individuele ziekenhuizen worden ontplooid. En er is ook beweging vanuit wetenschappelijke hoek. Oncologisch chirurg Schelto Kruijff (UMC Groningen), die tijdens het festival in het middagprogramma aan het woord kwam, is hoogleraar met de leeropdracht duurzame chirurgische oncologie. Hij hanteert het uitgangspunt dat duurzaam innoveren groen opereren is. “Op een zieke planeet kan de mens onmogelijk gezond leven”, is zijn stelling.
Sinds zijn benoeming in 2023 heeft hij gezelschap gekregen van gynaecoloog Wouter Hehenkamp, die in april 2024 is benoemd tot hoogleraar gynaecologie gericht op doelmatige en duurzame zorg aan de Universiteit van Amsterdam. Vaatchirurg Lijckle van der Laan (Amphia Ziekenhuis) heeft als hoogleraar aan de TIAS/Universiteit van Tilburg weliswaar passende zorg als leeropdracht en niet duurzaamheid, maar de 2 begrippen liggen wel duidelijk in elkaars verlengde.
Team groene overheid
Het begrip passende zorg kwam tijdens het festival nadrukkelijk onder de aandacht in de middagsessie onder de noemer ‘Q&A met team groene overheid’. Hierin werd stilgestaan bij de vraag wat op het gebied van duurzaamheid de rol is van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa), de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ), Zorginstituut Nederland (ZiNl) en het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM).
Petra Jansen, dataspecialist, toezichthouder en projectleider NZa, benadrukte dat duurzame zorg een onderdeel is van passende zorg en dat op dit gebied nog veel moet gebeuren. Toch is het onderwerp al wel concreter aan het worden, vulde haar collega, beleidsmedewerker Ron Schipper, aan. “Er leven veel ideeën en er is veel innovatie in de zorg. Vaak gaat het hierbij om zaken die al in ontwikkeling zijn en waarbij dan gaandeweg het besef ontstaat dat het passende zorg is.” Toch zijn de problemen op dit moment nog veel groter dan de oplossingen, stelde Pauline de Heer, strategisch adviseur ZiNl. “Maar er is wel steeds meer aandacht voor een brede kijk op het begrip duurzaamheid. We onderzoeken in dit kader ook of we milieu-impact kunnen meewegen bij de toelating van zorg tot het basispakket van de zorgverzekering. We hopen dat we hierin samen stappen kunnen zetten, we hebben elkaar nodig.”
Richtlijnen en standaarden
De noodzaak tot samenwerking werd onderstreept met de stelling dat het begrip passende zorg ook moet landen in richtlijnen en standaarden. Dit vraag om bewustzijn bij de opstellers ervan dat ze in het proces van het schrijven van een richtlijn of standaard passende zorg en duurzaamheid een plaats kunnen geven. ZiNl wil onderzoeken hoe het dit meer kan faciliteren. Uit de zaal klonk dat dit ook zeker nodig is. En dat het zaak is ook de zorgverzekeraars hierbij een rol te geven, zodat zij in hun zorginkoop rekening kunnen houden met de vraag of passende zorg en duurzaamheid de aandacht van de zorg krijgen die zij verdienen.
Voor de IGJ zijn richtlijnen belangrijk in relatie tot haar toetsingskader, stelde Karin Wolfard, adviseur duurzaamheid en voorzitter Green Team. “Vanaf 2026 is daarom een van onze aandachtspunten of duurzaamheid daarin voorkomt.” Dat zou wel logisch zijn, kwam als reactie uit de zaal. Artsenfederatie KNMG heeft immers in haar gedragscode opgenomen dat zij een belangrijke rol ziet voor artsen bij de verduurzaming van zorg. Hiernaast krijgt het onderwerp de wind in de zeilen vanuit de WHO, die klimaatverandering de grootste bedreiging voor de volksgezondheid noemt. Voormalig VWS-minister Ernst Kuipers vervult bij de WHO nu de rol van lid van de Commissie Climate and Health. In zijn bijdrage tijdens de manifestatie schetste hij de urgentie van klimaat en gezondheid. De zorg moet haar eigen footprint verkleinen en een duurzame werkwijze omarmen, is zijn stelling. Zijn kernboodschap was volledig in lijn met wat de Groene Zorg Alliantie uitstraalde met het festival en wat ook de andere sprekers betoogden: “Groene zorg is van ons allemaal, en het mes snijdt aan 2 kanten.”