Toepassing van filgrastim na autologe stamceltransplantatie (autoSCT) leidt tot sneller neutrofielenherstel en eerder ontslag, zonder extra toxiciteit. Dat is gebleken in een retrospectieve analyse in het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC) bij patiënten met multipel myeloom of lymfoom.
Filgrastim is een koloniestimulerende factor (G-CSF). Uit enkele studies is bekend dat G-CSF’s na autoSCT het herstel van neutrofielen versnellen en de opnameduur kunnen verkorten. Filgrastim zorgt mogelijk wel voor langzamer herstel van bloedplaatjes en voor neutropene koorts, maar deze bijwerkingen wegen waarschijnlijk niet op tegen de klinische voordelen. Toch worden G-CSF’s nog niet overal toegepast na autoSCT.
In het LUMC is filgrastim sinds 2023 opgenomen als standaardbehandeling na autoSCT (dagelijks vanaf dag 5 tot aan herstel van neutrofielen). In de retrospectieve evaluatie is geanalyseerd of dit inderdaad leidt tot sneller herstel van neutrofielen en tot kortere ziekenhuisopname, zonder toename van bijwerkingen of toxiciteit.
Analyse
Er zijn data geanalyseerd van patiënten die autoSCT kregen vanwege multipel myeloom of lymfoom. Uitkomsten van autoSCT tussen januari en oktober 2023 (n = 29) zijn vergeleken met uitkomsten in 2021 en 2022 (n = 46). Het verschil in behandelregime lag alleen bij toepassing van filgrastim vanaf 2023. Primair doel was om te evalueren of de tijd tot herstel van neutrofielen en de opnameduur werden verkort in de filgrastim-groep. Wat betreft bijwerkingen en toxiciteit vergeleken de onderzoekers de tijd tot herstel van bloedplaatjes, optreden van neutropene koorts, aantal heropnamen in de eerste maand na autoSCT, sterfte vanwege de transplantatie in de eerste 3 maanden en algehele overleving na een jaar.
Neutrofielherstel met of zonder filgrastim duurde mediaan respectievelijk 11 versus 14 dagen. De gemiddelde tijd tot ontslag was 13 versus 15 dagen. Er was geen significant verschil wat betreft herstel van bloedplaatjes, optreden van koorts, aantal heropnamen, mortaliteit en algehele overleving.
Bron:
Oosterink KA, Dekker TJ, Tjon JM, et al. Filgrastim after autologous stem cell transplantation shortens time to neutrophil recovery and hospital stay. Ann Hematol. 2025 Jul 16. Online ahead of print.
Commentaar verpleegkundig specialist en eerste auteur Kyra Oosterink (LUMC)
“Vanuit de afdeling Hematologie van het LUMC houd ik de data bij van autologe stamceltransplantaties, waarbij we soms ook autoSCT’s doen bij patiënten met een oncologische aandoening. De data over de afgelopen jaren suggereerden dat de oncologische patiënten sneller herstellen. Een van de verschillen in behandelschema’s is dat deze patiënten filgrastim krijgen na de transplantatie. Dat wilden we verder uitzoeken. In de literatuur is hierover wel iets te vinden, maar dat zijn meestal oudere data met behandelschema’s van vroeger.
Na een literatuuronderzoek heb ik in de tumorwerkgroep Hematologie van de beroepsvereniging V&VN (Verpleegkundigen en Verzorgenden Nederland) gevraagd of er ziekenhuizen zijn die standaard filgrastim geven na autologe stamceltransplantatie. Uit de reacties bleek dat het overgrote deel van de centra dat niet doet. Het gebeurt soms wel, maar landelijk is het geen standaard onderdeel van de behandeling.”
Significante verschillen
“Onze retrospectieve analyse had een tweeledige vraagstelling: kan filgrastim de duur van neutropenie verkorten en kunnen we patiënten eerder ontslaan? Maar het is ook bekend dat filgrastim effect kan hebben op herstel van trombocyten of kan leiden tot bijwerkingen zoals koorts en pijnklachten. Die bijwerkingen kunnen juist averechts werken op het herstel van de patiënt. Daarom was dat ook een belangrijk deel van onze analyse.
Ondanks de beperkte onderzoeksgroepen vinden we significante verschillen. Met filgrastim gaat het herstel van neutrofielen sneller en is de opnameduur korter. Op de neutropene koorts zien we geen effect en we vinden geen verschil in het herstel van trombocyten. Dat zijn dus gunstige en relevante uitkomsten.”
“Onze conclusie is dat we het middel, ondanks het kleine cohort, veilig kunnen inzetten. Andere centra kunnen overwegen om dat ook te doen. We hebben onze bevindingen opgeschreven om ze breder uit te dragen. Er is in deze tijd veel schaarste aan bedden en personeel in de zorg. Voor ziekenhuizen is het daarom goed om enkele ligdagen te kunnen besparen. En voor patiënten is het fijn als zij eerder naar huis kunnen. Onze resultaten zouden in een groter cohort nogmaals onderzocht kunnen worden. Maar als we in een klein cohort al goede resultaten kunnen laten zien, is het denk ik goed te overwegen om het middel te gaan gebruiken gezien de schaarste in de zorg.”