Een grootschalige studie bevestigt dat gewichtstoename bij mensen met hiv in de Verenigde Staten maar in zeer beperkte mate samenhangt met de ART die ze gebruiken. De gewichtstoename is vooral een weerspiegeling van een trend onder de algemene bevolking en van ontwikkelingen binnen de eigen gemeenschap waarvan iemand met hiv deel uitmaakt.1
Ongewenste gewichtstoename is een groeiend probleem voor de volksgezondheid, met grote gevolgen voor de morbiditeit en mortaliteit. Om de omvang en redenen van dit probleem bij mensen met hiv te onderzoeken, is een studie opgezet naar verandering van lichaamsgewicht over een periode van 3 jaar bij Amerikanen met hiv. De studie is de grootste ooit en was retrospectief van opzet. Er is in het bijzonder gekeken naar de invloed van demografische factoren, klinische eigenschappen en gebruik van ART bij mensen die in 3 jaar ten minste 10% aankwamen (de cases). De controls waren mensen met hiv die niet of weinig aankwamen (tussen de 0 en 5%). Deelnemers waren volwassenen met hiv, in behandeling tussen 2015 en 2023, en viraal onderdrukt op baseline en 3 jaar later (viral load < 200 kopieën/ml).
Van de 10.413 deelnemers was 41% na 3 jaar niet aangekomen of zelfs afgevallen. Van de overige deelnemers was 26% tot 5% aangekomen, 17% was 5 tot 10% aangekomen en 16% was 10% of meer aangekomen. Vergeleken met controls waren cases jonger (mediane leeftijd 44 versus 51 jaar), vaker vrouw (28% versus 16%), zwart (49% versus 37%) en drugsgebruiker (12 versus 7%), en hadden ze vaker een normale BMI (39 versus 30%) en minder vaak cardiovasculaire aandoeningen (23 versus 28%). Geen enkele aan ART gerelateerde factor was een significante voorspeller van gewichtstoename. Factoren die wél significant waren geassocieerd met gewichtstoename waren: BMI op baseline, jongere leeftijd, vrouwelijk geslacht, Afro-Amerikaanse achtergrond en een lager aantal CD4-cellen (< 200 cellen/mm3) op baseline.
Bron: