COPD-patiënten die tripeltherapie gebruiken via 1 inhalatiedevice zijn meer therapietrouw dan patiënten die meerdere devices gebruiken. Ook hebben ze iets minder exacerbaties. Dat blijkt uit een Deense nationale cohortstudie.1
De eerste single inhaler tripeltherapie (SITT) kwam in 2017 op de markt. Deze inhalatietherapie bestaat uit een combinatie van inhalatiecorticosteroïden (ICS), een langwerkende bèta-2-agonist (LABA) en een langwerkende muscarineantagonist (LAMA).
Deense onderzoekers gingen na of SITT in vergelijking met multipele inhaler tripelinhalatietherapie (MITT) leidt tot een grotere therapietrouw en/of minder exacerbaties. Dit onderzochten ze in een nationaal cohort van COPD-patiënten die tussen 2016 en 2022 startten met tripelinhalatietherapie. Therapietrouw maten ze 6 maanden en 2 jaar na de start van de therapie aan de hand van het percentage dagen in de genoemde periode dat de patiënt, op basis van apotheekdata, het medicijn gebruikt had. Daarnaast keken de onderzoekers naar het aantal exacerbaties per jaar bij het eerste gebruik van MITT of SITT. In totaal onderzochten ze de data van 44.883 COPD-patiënten, van wie er 14.665 SITT gebruikten en 30.218 MITT.
Onder de patiënten die tripeltherapie gebruiken nam het aandeel SITT-gebruikers de afgelopen jaren gestaag toe: van 0% in 2016 tot meer dan 75% in 2022. Het aandeel MITT-gebruikers nam juist af van 100% (2016) tot minder dan 25% (2022). De therapietrouw was groter onder SITT- dan onder MITT-gebruikers. 6 maanden na de start van de tripeltherapie had 87% van de SITT-gebruikers een goede therapietrouw (ten minste 80% van de dagen medicijngebruik op basis van apotheekdata) tegenover 65% onder MITT-gebruikers. In beide groepen nam de therapietrouw wel af over de tijd. Patiënten die SITT gebruikten, hadden statistisch significant minder exacerbaties dan MITT-gebruikers: gemiddeld 1,05 versus 1,09 exacerbaties per jaar. Ook het aantal ernstige exacerbaties was lager in de SITT-groep (gemiddeld 0,24 versus 0,27 exacerbaties per jaar).
De onderzoekers concluderen dat SITT in vergelijking met MITT bij COPD-patiënten leidt tot een grotere therapietrouw en een lager risico op exacerbaties. In combinatie met de kleinere kans op inhalatiefouten pleit dit, aldus de onderzoekers, in het voordeel van deze eenvoudiger vorm van therapie.
Bron: