COPDOptimiser wordt in Nederland gebruikt tijdens routinematige consulten door eerstelijnsverpleegkundigen bij volwassenen met COPD. Op basis van de input en feedback kan worden geconcludeerd dat ruim 60% van alle patiënten niet de inhalatietherapie kreeg die de GOLD-richtlijnen van 2024 adviseren.1 Implementatie van de COPDOptimiser blijft een uitdaging.
De COPDOptimiser (https://copdoptimiser.com) is een klasse IIa medisch hulpmiddel dat zorgverleners helpt om bij COPD-consulten te kiezen voor best practices op basis van de GOLD-aanbevelingen.2 Tijdens de ERS 2025 werd in een poster een onderzoek gepresenteerd naar de mate waarin de huidige COPD-behandeling in ons land in lijn is met de GOLD-aanbevelingen van 2024 en naar de mogelijkheden voor verbetering.
De onderzoekers konden de door de COPDOptimiser verzamelde in- en output analyseren. Aanvullend verzamelden en analyseerden ze van zowel gebruikers als van COPD-patiënten feedback die ze ontleenden aan vragenlijsten en interviews.
Consulten van 99 COPD-patiënten werden gebruikt. De gemiddelde leeftijd was 69,6 jaar, 51,5% was man. Van hen had 21% in het voorbije jaar een exacerbatie doorgemaakt; 20,2% gebruikte geen onderhoudsinhalator, 30,3% gebruikte een enkele bronchusverwijder en 16,2% kreeg tripeltherapie.
Het koste de zorgverlener gemiddeld 13 minuten om de COPDOptimiser in te vullen. Slechts 37% van de patiënten kreeg inhalatietherapie die geheel strookte met de GOLD-aanbevelingen van 2024. In 63% van de gevallen volgde dus het advies de therapie aan te passen. Voorbeelden van de gegeven adviezen: van de 20 patiënten die geen onderhoudsmedicatie gebruikten, zouden 11 en 4 een kort- respectievelijk langwerkende bronchodilator moeten gebruiken, en 5 LAMA + LABA. Van 30 gebruikers van 1 bronchodilator zouden er 12 eigenlijk LAMA + LABA moeten krijgen. Omgekeerd volstond bij 10 van 16 gebruikers van tripeltherapie LAMA + LABA.
De aangedragen adviezen werden lang niet altijd opgevolgd door de zorgverleners. Het werd zelfs vaker niet dan wel gedaan (45,5% versus 42,2%), en soms deels (9,1%). De belangrijkste redenen om het niet of niet geheel te doen, betroffen gevallen waarin patiënten zich tegen verandering verzetten of zorgverleners het niet eens waren met de adviezen.
De onderzoekers concluderen dat gevalideerde tools als de COPDOptimiser zorgverleners ondersteunen bij het geven van evidence-based zorg aan COPD-patiënten in de eerste lijn.
Bronnen:
- Harms E, et al. COPD management and optimisation opportunities in Dutch primary care using the COPDOptimiser. ERS 2025, poster 2200.
- Zie: https://goldcopd.org/2024-gold-report