Bij patiënten met lokaal gevorderd, irresectabel of gemetastaseerd tripelnegatief mammacarcinoom (TNBC) die niet in aanmerking komen voor immuuntherapie, leidt eerstelijnsbehandeling met sacituzumab govitecan tot betere uitkomsten dan standaard chemotherapie. Dit blijkt uit de fase III ASCENT-03-studie.1
De ASCENT-03-studie includeerde 558 patiënten met gemetastaseerd TNBC die PD-L1-negatief (CPS < 10) of PD-L1-positief (CPS ≥ 10) waren, maar niet in aanmerking kwamen voor immuuncheckpointremmers wegens comorbiditeit of omdat ze hiermee eerder waren behandeld in de curatieve setting. Als patiënten eerder waren behandeld, werd een minimaal behandelinterval van 6 maanden vereist. Ze werden gerandomiseerd tussen sacituzumab govitecan (n = 279) en chemotherapie naar keuze van de behandelaar (paclitaxel, nab-paclitaxel, gemcitabine of carboplatine; n = 279). Patiënten uit de chemotherapiegroep konden switchen naar sacituzumab govitecan bij progressie, en bij 82% van de patiënten die na progressie op chemotherapie een behandeling kregen, was dit sacituzumab govitecan.
Na een mediane follow-up van 13,2 maanden was de mediane progressievrije overleving significant beter in de sacituzumab govitecan-groep, met 9,7 versus 6,9 maanden (HR 0,62). Na 12 maanden was respectievelijk 41 versus 24% progressievrij. Ook de duur van de respons was langer (12,2 vs. 7,2 maanden). Het percentage patiënten met een respons was daarentegen relatief vergelijkbaar: 48,4 versus 45,5%. De totale overleving kon nog niet worden geanalyseerd.
Sacituzumab govitecan leidde tot graad ≥ 3-bijwerkingen bij 66% van de patiënten, ten opzichte van 62% in de chemotherapiegroep. Er was voornamelijk sprake van neutropenie (43%) en diarree (9%). Respectievelijk 4 en 12% van de patiënten stopte met de behandeling. Wel waren er 6 behandelingsgerelateerde sterfgevallen in de sacituzumab govitecan-groep versus 1 in de chemotherapiegroep.
Sacituzumab govitecan is potentieel een nieuwe standaardbehandeling in deze setting, aldus de onderzoekers.
Bron: