Hoe doen biologicals het bij ernstig eosinofiel astma? Dupilumab blijkt effectiever dan mepolizumab, benralizumab en omalizumab. Tezepelumab laat vooral voordeel zien bij patiënten met lage eosinofielwaarden. Dat concludeert hoogleraar Longgeneeskunde Brian Lipworth van de Universiteit van Dundee (Schotland) op de slotdag van EAACI 2025.1
Voor zijn presentatie baseert Lipworth zich op de uitgebreide review die zijn groep onlangs heeft gepubliceerd in Allergy.2 De analyse omvat uitsluitend gerandomiseerde studies en indirecte head-to-headvergelijkingen met volwassen patiënten. Er is gekeken naar onder andere exacerbaties, corticosteroïdsparing, hyperreactiviteit en kleineluchtwegfuncties.
De cytokine-emmer
Lipworth licht het immunologische werkingsmechanisme van type 2-inflammatie bij astma toe via een metafoor: de cytokine-emmer. “IL-4, IL-5 en IL-13 zijn de lekpunten in die emmer. Biologicals zoals mepolizumab, benralizumab en reslizumab dichten slechts één gat. Hierdoor blijven andere routes ongemoeid, zoals via IL-4/IL-13 of thymische stromale lymphopoiëtine (TSLP). Dupilumab blokkeert echter zowel IL-4 als IL-13. Tezepelumab, dat TSLP remt, zet al eerder in de cascade de kraan dicht.”
Consistent het beste
In nagenoeg alle geïncludeerde studies liet dupilumab een superieure reductie van het jaarlijkse aantal exacerbaties zien ten opzichte van mepolizumab, benralizumab en omalizumab.2 Alleen tezepelumab toonde in sommige studies vergelijkbare of betere resultaten, vooral bij patiënten met <150 eosinofielen/μl. Bij eosinofielen ≥300/μl waren tezepelumab, dupilumab en mepolizumab alle 3 superieur aan benralizumab.2
Kleine luchtwegen en hyperreactiviteit
Uniek in deze review is de aandacht voor perifere luchtwegweerstand (R5-R20), gemeten met oscillometrie. “In 2 recente studies bleek dupilumab significant effectiever dan zowel benralizumab als tezepelumab.2 Ook qua systemische corticosteroïdsparing scoorde dupilumab beter dan de andere middelen.”2
Naar echte remissie
Lipworth pleit voor nieuwe, pragmatische klinische trials waarin biologicals met elkaar worden vergeleken om complete klinische remissie te behalen. “Dat betekent niet alleen kijken naar exacerbaties en longfunctie, maar ook naar het stoppen van inhalatiecorticosteroïden, afname van luchtwegremodellering en het oplossen van slijmpropvorming. Verder verdient de rol van bispecifieke biologicals, zoals de combinatie van TSLP- en IL-13-remming, nader onderzoek.”
Bronnen:
- Lipworth BJ. Head-to-head comparison of biologics in asthma: what have we learned? EAACI 2025, plenary lecture.
- Lipworth BJ, Greig R, Chan R, et al. Head-to-head comparison of biologic efficacy in asthma: what have we learned? Allergy. 2025;80:1226-41.