Eerder onderzoek toonde al aan dat de kans op cognitieve achteruitgang groter is bij mensen van middelbare leeftijd die vaak nachtmerries hebben. Nieuw onderzoek in de algemene bevolking laat nu ook zien dat het optreden van herhaaldelijke nachtmerries de biologische veroudering versnelt en de kans op vroegtijdig overlijden vergroot.
Dr. Otaiku van het Imperial College London borduurde met deze nieuwe studie voort op zijn eerdere onderzoek naar herhaaldelijke nachtmerries, waaruit bleek dat de kans op cognitieve achteruitgang viermaal zo hoog was voor mensen van middelbare leeftijd die wekelijks nare dromen hadden dan voor degenen die rapporteerden dat ze hier nooit last van hadden.
Dr. Otaiku gebruikte gegevens uit verschillende Amerikaanse en Britse cohortonderzoeken in de algemene bevolking bij mensen van 26-74 jaar. Bij de start van het onderzoek beantwoordden de deelnemers de vraag hoeveel nachtmerries zij de voorgaande maand hadden gehad. Op basis hiervan werden ze ingedeeld in 3 groepen met nauwelijks, af en toe of vaak nachtmerries.
In een aantal onderzoeken waren speeksel- en bloedmonsters verzameld. Analyses daarvan leverden informatie op over moleculaire markers van biologische veroudering. Uit deze gegevens werden 3 epigenetische klokken afgeleid: AI-modellen die de mate van biologische veroudering inschatten. De deelnemers werden maximaal 19 jaar gevolgd, zodat vroegtijdig overlijden kon worden vastgesteld, gedefinieerd als een overlijden voor het 70e levensjaar.
Uit de analyses kwam naar voren dat deelnemers met veel nachtmerries een snellere biologische veroudering vertoonden (p < 0,001). Tijdens de follow-upperiode van 19 jaar overleden 174 mensen vroegtijdig. In de groep die vaak nare dromen had, was kans op vroegtijdig overlijden ongeveer driemaal zo groot als in de groep die nauwelijks last had van nachtmerries. Het verhoogde risico bleef aanwezig na correctie voor een groot aantal mogelijk verstorende variabelen, zoals genetische factoren, andere slaapproblemen en leefstijl.
Bron: