De onderzoekers van VAYHIT2 rapporteerden in een late-breaking abstract dat ianalumab in combinatie met eltrombopag de tijd tot behandelfalen (TTF) verlengt bij patiënten met immuuntrombocytopenie (ITP) die onvoldoende reageerden op corticosteroïden. Ianalumab verbeterde de stabiele respons na 6 maanden, verminderde vermoeidheid en maakte het gemakkelijker om eltrombopag af te bouwen.
Bij ITP spelen B-cellen en B-celactiverende factor (BAFF) een centrale rol in het ziekteproces. Ianalumab is een nieuw monoklonaal antilichaam dat de BAFF-receptor blokkeert. Via antistofafhankelijke cellulaire cytotoxiciteit worden B-cellen effectiever verwijderd en wordt hun activatie, rijping, proliferatie en overleving geremd. Vroege behandeling met ianalumab zou daardoor mogelijk een ziektemodificerend effect hebben en het natuurlijke beloop van ITP bij een aanzienlijk deel van de patiënten kunnen verbeteren.
In dit gerandomiseerde, dubbelblinde, placebogecontroleerde fase III-onderzoek kregen 152 volwassen patiënten met ITP die niet reageerden op eerstelijns corticosteroïden eltrombopag plus ianalumab (9 of 3 mg/kg), dan wel eltrombopag plus placebo. De primaire uitkomstmaat was TTF, de secundaire uitkomstmaat stabiele respons na 6 maanden (SR6).
De mediane TTF met ianalumab 9 mg/kg was 13,0 maanden, met ianalumab 3 mg/kg niet meetbaar en met placebo 4,7 maanden. SR6 werd behaald door 62% bij ianalumab 9 mg/kg versus 39% bij placebo. Ook het aantal patiënten met een trombocytenaantal ≥ 50 × 10⁹/l en ≥ 100 × 10⁹/l verbeterde met ianalumab. Zij rapporteerden bovendien significant minder vermoeidheid.
Ianalumab werd goed verdragen. Ernstige bijwerkingen traden voornamelijk op in de beide ianalumab-armen (20-24% versus 4% in de placeboarm), zonder toename van infecties. Infusiereacties en neutropenie kwamen vooral voor in de ianalumab-armen en waren overwegend mild tot matig.
Deze bevindingen suggereren dat ianalumab in combinatie met eltrombopag vroeg in het ziektebeloop van primaire ITP kan worden ingezet, met een gunstig veiligheidsprofiel en duidelijke klinische voordelen.
Bron: