Uit de eerste resultaten van een fase I-studie blijkt dat INCA33989 de bloedwaarden normaliseert bij patiënten met essentiële trombocytemie (ET) die eerder therapieresistent of -intolerant waren. Dit nieuwe monoklonale antilichaam is gericht tegen een gemuteerde vorm van calreticuline, dat bij veel ET-patiënten een belangrijke rol speelt in de ziekteontwikkeling.
Calreticuline (CALR) is een eiwit dat een cruciale functie vervult in de calciumhuishouding en het vouwen van eiwitten binnen cellen. Bij ongeveer 25% van de patiënten met ET worden mutaties gevonden in exon 9 van het gen CALR. Deze mutaties leiden tot een abnormale variant van calreticuline (mutCALR), die afwijkende signaalroutes activeert in de bloedvormende cellen, wat bijdraagt aan de overproductie van bloedplaatjes.
In de gepresenteerde fase I-studie kregen 41 patiënten met hoogrisico-ET intraveneus INCA33989 om de 2 weken, in oplopende doses van 24-2500 mg. INCA33989 is een volledig humaan Fc-gedeactiveerd IgG1-monoklonaal antilichaam dat zich specifiek richt op de C-terminus van mutCALR.
De behandeling werd goed verdragen. Behandelingsgerelateerde bijwerkingen traden op bij 81% van de deelnemers, voornamelijk milde vermoeidheid (27%) en luchtweginfecties (17%). Ernstige bijwerkingen (graad ≥ 3) kwamen voor bij 22%; tijdelijke lipaseverhoging was de meest voorkomende ernstige bijwerking.
De hematologische respons was snel en duurzaam: 79% van de geëvalueerde patiënten behaalde een hematologische respons, bij 66% was dit een complete respons. Deze responsen werden al na 4 weken bereikt en hielden bij de meeste patiënten ≥ 8 weken aan. Daarnaast daalde bij 88% van de patiënten de mutCALR-variantallelefrequentie (VAF). Na 12 weken behandeling bereikte 25% van de deelnemers een gedeeltelijke moleculaire respons (> 50% reductie van de VAF). Dit wijst op een potentieel ziektemodificerend effect van INCA33989.
Bron: