Bij patiënten met mismatch repair-deficiënt (dMMR) coloncarcinoom leidt het toevoegen van atezolizumab aan de standaardbehandeling met mFOLFOX6 tot een 50% lagere kans op recidief of overlijden. Dat blijkt uit de fase III ATOMIC-studie.1
Ongeveer 15% van de patiënten met coloncarcinoom heeft tumoren met dMMR. Onderzoekers van de ATOMIC-studie gingen na of het toevoegen van adjuvante immuuntherapie na resectie van dMMR stadium III coloncarcinoom voordeel oplevert.
De ATOMIC-studie includeerde 712 patiënten met gereseceerd stadium III dMMR-coloncarcinoom. Ze waren niet eerder behandeld met chemotherapie of radiotherapie of hadden maximaal 1 kuur FOLFOX gekregen. De deelnemers werden gerandomiseerd in 2 groepen, waarbij 1 groep gedurende 6 maanden een standaard adjuvante behandeling met mFOLFOX6 ontving (n = 357). Bij de andere groep werd deze behandeling gecombineerd met atezolizumab en kregen deze patiënten vervolgens nog 6 maanden atezolizumab (n = 355).
Na een mediane follow-up van 37,2 maanden was de 3-jaars ziektevrije overleving (DFS) 86,4% in de atezolizumab-groep, tegenover 76,6% in de controlegroep. Daarmee verminderde het toevoegen van atezolizumab het risico op een recidief of overlijden significant met 50% (HR 0,50). De onderzoekers benadrukken dat de DFS-curve van de atezolizumab-groep afvlakt, wat suggereert dat de patiënten langdurig baat hebben bij de behandeling. Alle onderzochte subgroepen hadden voordeel van het toevoegen van atezolizumab, met HR’s tussen 0,63 en 0,31. De data over de totale overleving zijn nog niet geschikt voor analyse.
Zoals verwacht verhoogde het toevoegen van atezolizumab het optreden van bijwerkingen. Behandelingsgerelateerde graad 3/4 adverse events traden op bij 72,3% in de atezolizumab-groep en bij 59,2% in de controlegroep. Ook waren er 2 mogelijk behandelingsgerelateerde sterfgevallen in de atezolizumab-groep, tegenover 0 in de controlegroep.
De onderzoekers stellen dat atezolizumab plus chemotherapie een nieuwe standaardbehandeling vormt voor patiënten met stadium III dMMR-coloncarcinoom.
Bron: