Bij meer dan de helft van de kinderen met ernstige bijziendheid worden perifere netvliesafwijkingen gevonden. Dit blijkt uit een Franse studie waarin 160 ogen van 89 kinderen tussen de 4 en 17 jaar met ernstige bijziendheid met behulp van ultragroothoekbeeldvorming werden onderzocht.1
De prevalentie van perifere netvliesafwijkingen in deze retrospectieve studie was 54,4%. Het meest voorkomend waren donkere afwijkingen zonder druk (52,9%) en witte laesies zonder druk (36,8%). Ook ernstiger afwijkingen zoals lattice-degeneratie (11,5%) en microcystoïde degeneratie (12,6%) kwamen regelmatig voor. Bij 43% van de ogen werden meerdere afwijkingen gevonden; bij 44% van de kinderen betrof het beide ogen. Multipliciteit en bilaterale afwijkingen waren vooral zichtbaar bij kinderen in de leeftijd van 7-17 jaar. De onderzoekers analyseerden daarnaast welke factoren samenhingen met het ontstaan van deze netvliesafwijkingen. Axiale lengte, leeftijd en sferisch equivalent bleken alle 3 significante voorspellers, waarbij axiale lengte de sterkste factor was. Hoe langer het oog, hoe groter de kans op perifere laesies. De bevinding dat afwijkingen vaker voorkomen met toenemende leeftijd en axiale lengte benadrukt de noodzaak van vroege en regelmatige screening bij kinderen met ernstige bijziendheid. Dit is met name van belang omdat sommige afwijkingen, zoals lattice-degeneratie, geassocieerd zijn met een verhoogd risico op netvliesloslating. Dit risico neemt toe bij snelle progressie van de bijziendheid, waardoor jaarlijkse controles, inclusief beeldvorming, bij deze groep kinderen zinvol lijken.
Een bijkomend aandachtspunt is dat veel afwijkingen asymptomatisch zijn en dus onopgemerkt kunnen blijven totdat er ernstige complicaties ontstaan. De onderzoekers benadrukken daarom het belang van educatie: ouders en kinderen zouden gewezen moeten worden op alarmsymptomen, zoals plotselinge lichtflitsen of zwevende vlekjes, die kunnen duiden op een beginnende netvliesloslating. De auteurs concluderen dat kinderoogartsen alert moeten zijn op perifere netvliesafwijkingen bij bijziende kinderen en ze pleiten voor een gepersonaliseerde follow-upstrategie.
Bron:
- Bijon J, et al. Prevalence, characteristics and biometric predictors of peripheral retinal lesions in highly myopic children. EURETINA Congress 2025, ePoster.