Een interimanalyse van de lopende VISIONARY-studie laat zien dat sibeprenlimab na 9 maanden behandeling een significante vermindering van proteïnurie geeft bij patiënten met IgA-nefropathie (IgAN), vergeleken met placebo. Bovendien heeft het middel een gunstig veiligheidsprofiel. Vlado Perkovic presenteerde deze veelbelovende resultaten in de tweede late breaking clinical trials-sessie.
Cytokine A PRoliferation Inducing Ligand (APRIL) wordt gezien als een drijfveer in de pathogenese van IgAN. Sibeprenlimab is een selectief IgG2-antilichaam dat bindt aan APRIL en zo de biologische activiteit ervan remt. Perkovic (University of New South Wales, Sydney) presenteerde een vooraf geplande interimanalyse van de VISIONARY-trial naar de effectiviteit en veiligheid van sibeprenlimab.
De lopende VISIONARY-studie is een multicenter, dubbelblinde fase III-trial onder volwassen patiënten met biopsie-bewezen IgAN en maximaal verdraagbare doses RAS-remmers, met of zonder SGLT2-remmer. In totaal voldeden 510 patiënten uit 31 landen aan de inclusiecriteria. Zij werden gerandomiseerd naar sibeprenlimab (400 mg subcutaan) of placebo subcutaan elke 4 weken tot 26 doses. De 320 patiënten (152 in de sibeprenlimab-groep en 168 in de placebogroep) die het eerste evaluatiepunt na 9 maanden hadden bereikt, werden geïncludeerd in deze interimanalyse.
Na 9 maanden behandeling was de gemiddelde proteïne-creatinineratio in urine per 24 uur (uPCR-24h) significant afgenomen met 50,2% ten opzichte van baseline in de sibeprenlimab-arm (95%-BI 44,0 tot 55,6%), terwijl de uPCR-24h in de placebogroep juist was toegenomen (–2,1%; 95%-BI 13,8 tot –8,5%). Hiermee werd het verschil tussen de groepen 51,2% (p < 0,0001).
Het percentage deelnemers met bijwerkingen was 76,3% met sibeprenlimab en 84,5% met placebo. Ernstige bijwerkingen traden op bij respectievelijk 3,9 en 5,4%, bij 1 deelnemer in de sibeprenlimab-groep en 4 in de placebogroep leidden bijwerkingen tot stoppen met de studie. Infecties en injectieplaatsreacties kwamen in beide groepen even vaak voor en geen van de deelnemers overleed.
Bron: