In The Lancet Infectious Diseases zijn de resultaten gepubliceerd van de prospectieve observationele MERMAIDS-ARBO-studie. Deze was gericht op het beschrijven van de prevalentie, behandeling en uitkomsten van endemische arbovirusinfecties bij patiënten in Zuidoost-Europa.
In 21 ziekenhuizen in Albanië, Bosnië en Herzegovina, Kroatië, Griekenland, Kosovo, Roemenië en Servië, werden gedurende 4 arbovirusseizoenen (mei-oktober 2016-2019) volwassenen geïncludeerd, die waren opgenomen met symptomen passend bij een arbovirusinfectie. De primaire uitkomstmaat was het percentage deelnemers met bevestigde of waarschijnlijke acute infecties met het westnijlvirus (WNV), tekenencefalitisvirus (TBEV), krim-congo hemorragische koortsvirus (CCHFV) of Toscanavirus (TOSV). Secundaire uitkomstmaten waren het percentage patiënten behandeld met antivirale middelen, antibiotica of corticosteroïden; percentage patiënten dat op de ic behandeld moest worden; opnameduur en mortaliteit.
Van de 2896 gescreende patiënten, werden er 913 geïncludeerd (mediane leeftijd 43,1 jaar; 60% man). 530 deelnemers (58%) presenteerden zich met vermoedelijke meningitis, encefalitis of beide, en 318 (35%) met koorts plus myalgie, koorts plus artralgie of beide. 820 deelnemers (90%) hadden geen internationale reis gemaakt in de 3 weken voor aanvang van de symptomen. 727 patiënten (80%) kregen antibiotica, 379 (42%) corticosteroïden en 222 (24%) antivirale middelen. De mediane opnameduur was 9 dagen (IQR 6-14) en 113 deelnemers (12%) werden behandeld op de ic. Van de 847 deelnemers met een monster dat geschikt was voor analyse in een referentielaboratorium, kregen er 110 (13%) de diagnose acute arbovirusinfectie (4 patiënten hadden co-infecties of kruisreactiviteit): 1 deelnemer had CCHFV, 16 TBEV, 44 TOSV en 53 WNV. 1 persoon met WNV overleed. Van de 110 deelnemers kregen er 49 van een lokale arts de ontslagdiagnose arbovirus.
Bron: