Uit een retrospectieve analyse blijkt dat patiënten met een pre-existente auto-immuunziekte na CAR T-celtherapie voor hematologische maligniteiten geen verhoogd risico hebben op ernstige toxiciteit. Integendeel: zij hadden gemiddeld een kortere opnameduur en een lager risico op ernstige bijwerkingen dan patiënten zonder auto-immuunziekte.
CAR T-celtherapie is een succesvolle behandeloptie gebleken bij hematologische maligniteiten en wordt de laatste jaren tevens onderzocht als potentiële behandeling voor auto-immuunziekten. Er is echter nog weinig bekend over de impact van auto-immuniteit op het toxiciteitsprofiel van CAR T-celtherapie. Inzicht in de veiligheid bij oncologische patiënten met auto-immuunziekten kan waardevol zijn voor de evaluatie van de risico’s wanneer CAR T-celtherapie wordt ingezet buiten de oncologie.
In een retrospectieve cohortstudie werd gebruikgemaakt van de Amerikaanse National Inpatient Sample database (2021-2022) om na te gaan of pre-existente auto-immuunziekten geassocieerd zijn met een toename van ernstige toxiciteit of een langere opnameduur bij patiënten die CAR T-celtherapie kregen voor een hematologische maligniteit. Van de 1.321 patiënten die CAR T-celtherapie kregen, hadden er 62 (4,7%) een auto-immuunziekte. Patiënten met auto-immuniteit hadden een significant korter ziekenhuisverblijf dan patiënten zonder auto-immuunziekte: gemiddelde afname 2,1 dagen (95%-BI 0,5-3,6). Ernstige toxiciteit kwam minder vaak voor bij patiënten met auto-immuunziekten dan bij patiënten zonder auto-immuniteit (67,7% vs. 78,6%; gecorrigeerde OR 0,55; 95%-BI 0,31-0,99). De mortaliteit tijdens de ziekenhuisopname verschilde niet significant tussen de groepen.
De auteurs benadrukken dat vervolgstudies nodig zijn om de onderliggende mechanismen te onderzoeken en om te beoordelen of de responsduur na CAR T-celtherapie afhankelijk is van de auto-immuunstatus.
Bron: