Onderzoekers van het Erasmus MC inventariseerden de milieu- en arbeidsimpact van 2 oncologisch gelijkwaardige behandeltrajecten voor spierinvasief blaascarcinoom. Een radicale cystectomie bleek de meest duurzame optie, terwijl chemoradiatie gepaard ging met een lagere personeelsbehoefte. Onderzoekers V.C. (Vera) Rutten en prof. dr. J.L. (Joost) Boormans lichten de bevindingen toe.
Voor het onderzoek werd een zogenoemde cradle-to-gate-analyse uitgevoerd, waarbij zowel voor een radicale cystectomie als voor chemoradiatie onder andere alle gebruikte medische producten werden geïnventariseerd en werd gekeken naar het energieverbruik van de gebruikte procedures. In totaal keken de onderzoekers naar 284 medische producten. Daarnaast keken ze naar de personeelsinzet, die werd gemeten via de tijdsregistratie van klinisch personeel.
De totale CO₂-voetafdruk van een radicale cystectomie bedroeg 208 kg CO₂-equivalenten en was bij chemoradiatie 264 kg CO₂-equivalenten. De hogere ecologische voetafdruk van chemoradiatie werd vooral veroorzaakt door de vervoersbewegingen van patiënten (74% van de totale voetafdruk), waarbij de aanname werd gedaan dat patiënten met een benzineauto naar het ziekenhuis kwamen. Ook was het energieverbruik bij chemoradiatie 1,5 keer hoger. Bij een radicale cystectomie vormde het gebruik van medische producten de belangrijkste bijdrage aan de ecologische voetafdruk (49%). Wat betreft personeelsinzet was er een duidelijk verschil: 93,5 uur arbeidstijd per patiënt voor een radicale cystectomie versus 29,0 uur per patiënt voor chemoradiatie.
Mogelijke strategieën om de behandeling te verduurzamen zouden zich kunnen richten op patiëntenvervoer, minder gebruik van wegwerpproducten en gebruik van duurzame energie, concluderen de auteurs. Verder kan inzicht in de personeelsbehoefte bijdragen aan een efficiënte inzet van schaars medisch personeel.
Bron:
Rutten VC, Hesseling SA, Franckena M, et al. Carbon footprint and staff demands of surgery and chemoradiation for muscle-invasive bladder cancer. BJU Int. 2025 sep 3. Online ahead of print.
Commentaar Vera Rutten (PhD student) en prof. dr. Joost Boormans
Boormans: “Een nieuwe langetermijnstrategie van het Erasmus MC, met daarin een grote rol voor duurzaamheid, heeft de kiem gelegd voor de studie. In het licht hiervan wilden we enerzijds de ecologische voetafdruk van de zorg in kaart brengen, en anderzijds kijken naar het gebruik van menskracht, gezien de personeelskrapte waarmee de zorg momenteel kampt. We hebben blaaskanker gekozen omdat er in deze setting 2 behandelingen zijn die gelijke oncologische uitkomsten opleveren. Met meer kennis over de milieu- en arbeidsimpact hiervan, kun je misschien in de toekomst de behandeling met de minste impact vaker de voorkeur geven.”
Rutten: “We hebben ons gefocust op de factoren waar je als ziekenhuis invloed op kunt uitoefenen. Daarom hebben we ervoor gekozen om alles te includeren wat binnen de muren van het ziekenhuis gebeurt, mede omdat de onderzoeksresultaten met name relevant zijn voor beleidsmakers binnen ziekenhuizen. We hebben gekeken naar alle benodigdheden voor een behandeling; materialen, apparaten en de stroom die wordt verbruikt. En daarnaast naar de personeelsinzet. Het hele zorgpad dat een patiënt doorloopt, hebben we geanalyseerd.”
Reisafstand
Rutten: “De ecologische voetafdruk hangt in grote mate af van de reisafstand die patiënten moeten afleggen om naar het ziekenhuis te komen. Binnen ons onderzoek was er een omslagpunt bij 15 kilometer. Als een patiënt dichterbij woont, kun je vanuit ecologisch perspectief beter chemoradiatie doen en als deze verder weg woont, kun je beter chirurgie doen. Het onderzoek maakt zo inzichtelijk wat de belangrijkste factoren zijn die bijdragen aan de voetafdruk en laat zien met welke interventies we ervoor kunnen zorgen dat de zorg duurzamer wordt.”
Rutten: “Over de aanname dat de reisbewegingen worden uitgevoerd met een benzineauto, hebben we lang zitten dubben. We hebben gegevens vanuit Erasmus MC gebruikt en daaruit blijkt dat het grootste gedeelte van de patiënten met de auto komt. Dat is ook de ervaring van artsen en deze aanname wordt ook gedaan in andere onderzoeken hiernaar.”
Boormans: “De impact van reisbewegingen voor radiotherapie is groot, maar wel al minder dan een aantal jaren geleden. Bij radiotherapie van de prostaat bestraalden we vroeger 39 keer, maar dat is inmiddels teruggebracht naar 7 keer. Ook bij de behandeling van blaascarcinoom hypofractioneren we de behandeling en wordt in plaats van 33 keer nog maar 20 keer bestraald. Zou je deze bestralingsschema’s nog verder kunnen verkorten, win je veel als het gaat om de CO2-voetafdruk.”
Personeelsinzet
Rutten: “Wat betreft de personeelsbehoefte, is het belangrijk te benoemen dat het Erasmus MC een opleidingscentrum is, waardoor van ieder bij de operatie betrokken specialisme vaak een leerling of arts in opleiding aanwezig is. Dat maakt het aantal betrokkenen groter in vergelijking met een ziekenhuis dat géén opleidingscentrum is. Of het met uitzondering hiervan nog mogelijk is om de personeelsinzet te verminderen, betwijfel ik. Naar mijn idee wordt er soms al kort aan het bed gestaan. Het grote verschil tussen de behandelingen zit met name in het feit dat een patiënt na een operatie 7 dagen opgenomen wordt. Dat is ook zorg die zij op dat moment nodig hebben, dus het is waarschijnlijk lastig om dat te verminderen.”
Rutten: “Het onderzoek moet worden gezien als een eerste stap en heeft nog geen praktische implicaties. Het is ook een van de eerste onderzoeken hiernaar binnen de uro-oncologische zorg. Dit soort onderzoeken worden inmiddels veel vaker gedaan, het is een veld dat enorm in ontwikkeling is. Zelf starten we binnenkort ook met een nieuwe, vergelijkbare studie naar de effecten van bestraling of een operatie voor prostaatkanker. We hopen daar in het voorjaar de resultaten van te hebben.”