Onlangs hield kinderarts en epidemioloog Patricia Bruijning-Verhagen (UMC Utrecht) haar oratie met als titel ‘Metamorfosen’. Hierin legde ze uit hoe infectieziekten steeds veranderen, dat het maatschappelijke veld in beweging is, en waarom dat vraagt om een nieuwe manier van kijken en handelen met betrekking tot vaccinaties.
Bruijning-Verhagen legt uit dat we anders zijn gaan kijken naar wat een ziekte ‘ernstig’ maakt. Niet alleen kijken naar sterfte of blijvende schade, maar ook naar andere dimensies zoals het leed van een jong kind tijdens een heftige rotavirusinfectie, de stress voor ouders, werkverzuim, verstoring van het gezinsleven en druk op de zorg. Als je dat meerekent, wordt de waarde van vaccineren groter.
Ook komt er steeds meer bewijs dat sommige infecties een rol kunnen spelen bij het ontstaan van andere ziekten, zoals hartinfarcten, multipele sclerose of dementie. Er is meer onderzoek nodig naar deze verbanden in grote groepen mensen.
Een belangrijk punt uit haar oratie is ook dat vaccinatie alleen werkt als mensen zich ook écht laten vaccineren. Het vertrouwen daarin is de laatste jaren gedaald: onderzoek laat zien dat een kwart van de jonge ouders twijfels heeft over het laten vaccineren van hun kind. Bruijning-Verhagen denkt dan ook dat we vaccineren meer moeten gaan zien als onderdeel van een gezonde leefstijl, net als bewegen, gezond eten en niet roken.
Tot slot pleit ze ervoor dat de wetenschap beter voorbereid moeten zijn op een volgende pandemie. Dat betekent: overbodige regelgeving afschaffen, zorgen dat wetenschappers snel onderzoek kunnen doen, beter samenwerken in Europa en slimmer gebruikmaken van nieuwe technologie zoals kunstmatige intelligentie.
Bron: