In een artikel gepubliceerd in British Journal of General Practice wordt een prospectief cohortonderzoek beschreven naar de presentatie en behandeling van ongecompliceerde urineweginfecties bij vrouwen. Het blijkt dat Nederlandse huisartsen significant minder antibiotica voorschrijven dan huisartsen in andere landen, terwijl de presentatie en pathogenen weinig verschillen per land.
In dit onderzoek werden van vrouwen die zich presenteerden met klachten van een urineweginfectie gegevens verzameld met betrekking tot symptomen, urinekweek en beleid. Huisartsen in Nederland, Wales, Engeland en Spanje deden mee aan het onderzoek. In totaal werden 797 vrouwen geïncludeerd (Engeland n = 246; Wales n = 213; Nederland n = 133; Spanje n = 205). Bij 59% van de Nederlandse vrouwen werden antibiotica voorgeschreven. Dit percentage was significant lager dan in de andere landen (93/95/95% in respectievelijk Wales/Engeland/Spanje). 67% van de vrouwen in Nederland kreeg het juiste beleid, namelijk antibiotica bij een positieve kweek en geen antibiotica bij een negatieve kweek (in Wales/Engeland/Spanje was dat respectievelijk 24/25/30%). Keerzijde van het conservatieve antibioticabeleid is dat in Nederland 16% van de vrouwen met een positieve kweek geen antibiotica kreeg (in Wales/Engeland/Spanje gebeurde dat bij respectievelijk 1/0/1%). Dit leidde echter niet tot meer vervolgconsulten dan in de andere landen.
Bronnen:
- Butler CC, Francis N, Thomas-Jones E, et al. Variations in presentation, management, and patient outcomes of urinary tract infection: a prospective four-country primary care observational cohort study. Br J Gen Pract. 2017;67:e830-841. doi: 10.3399/bjgp17X693641,Knottnerus B, Nederlandse huisartsen zuinig met antibiotica bij vermoeden urineweginfectie. Ned Tijdschr Geneeskd. 2018;162:D2603