Het is voor huisartsen niet altijd makkelijk om afwijkingen aan de donkere huid te herkennen en correct te diagnosticeren. Een aandoening in een getinte huid ziet er heel anders uit dan dezelfde aandoening in een lichte huid, terwijl vrijwel alle handboeken zich op deze lichte huid concentreren, stelt Njoo. Op zijn website huidarts.com noemt hij als voorbeeld de erythemato-papulosquameuze aandoening, die op de donkere huid niet de roodschilferige aanblik biedt die er op de lichte huid wel van te zien is.
“De kennis van de huisarts over aandoeningen van de donkere huid schiet vaak tekort”, zegt hij. “Het is ook maar de vraag hoeveel aandacht het onderwerp krijgt in de coschap dermatologie van de basisartsopleiding. In een provincie als Groningen of Friesland wonen veel minder mensen met een donkere huid dan in de grote steden in het westen van het land. De huisarts in opleiding zal in die provincies dus veel pathologie missen. Mensen met een donkere huidskleur zullen ook sneller geneigd zijn om naar een gespecialiseerde huidkliniek te gaan waar specifieke kennis over de donkere huid aanwezig is. Deze mensen weten inmiddels van elkaar dat naast de huisarts ook de dermatoloog in het ziekenhuis minder gerichte kennis heeft over hun huid.”
Meestal verwijzen
Door dit laatste krijgt de huisarts maar beperkt de kans om ervaring op te doen met de donkere huid, zegt Njoo. “De huisarts ziet ook veel meer mensen met een lichte huid”, zegt hij. “Het gevolg is dat hij bij mensen met een donkere huid gaandeweg een beetje een defensieve houding is gaan aannemen. Dit leidt ertoe dat hij deze patiënten in de meeste gevallen zal verwijzen. Op zich is dat ook niet erg, want een verkeerde behandeling kan tot problemen leiden. Een voorbeeld: mensen met een donkere huid krijgen op veel latere leeftijd rimpels, maar ze krijgen juist weer op jongere leeftijd huidproblemen die pigmentvlekken achterlaten. De huisarts weet veelal niet zo goed wat hij hiermee anders moet doen dan een bleekcème voorschrijven, maar die kan juist voor irritatie zorgen wat het probleem alleen maar erger maakt.” Een bijkomend probleem is dat veel producten voor hun huidklachten receptvrij – al dan niet online – verkrijgbaar zijn. “Toepassing daarvan kan het beeld vertroebelen, omdat het bijna altijd leidt tot post-inflammatoire hyperpigmentatie. Het beeld is dan niet meer zuiver. En vaak is er geen foto van hoe het aanvankelijke huidprobleem eruit zag. Het is belangrijk dat huisartsen, en ook dermatologen, dit beseffen en dus navragen of de patiënt al middelen heeft gebruikt voordat hij op consult kwam.”
Probleem is ook dat verschillende huidproblemen er bij de donkere huid op het oog hetzelfde uit kunnen zien. “Je ziet bij die huid bijvoorbeeld niet op het oog of iets psoriasis of eczeem is”, zegt Njoo. “Ook daarom kan een verwijzing heel verstandig zijn. De dermatoloog kan dan een biopt van de huid nemen om tot de juiste diagnose te komen en dus tot de juiste behandeling. En die is voor psoriasis natuurlijk anders dan voor eczeem. De buitenkant is bij de donkere huid vaak misleidend, onder de microscoop zie je meer.”
Pigmentvlekken
Veruit het grootste probleem bij de donkere huid is het ontstaan van donkere pigmentvlekken. “Veel mensen ervaren dit als bedreigend voor hun uiterlijk”, zegt Njoo. “Het treedt heel snel op en maakt ze onzeker. De oorzaak van het probleem is dat mensen met een donkere huid een veel actiever pigmentsysteem hebben waarbij de pigmentcellen groter en donkerder pigment produceren. Verder blijkt de lederhuid van de donkere huid verhoudingsgewijs dikker te zijn en relatief meer ontstekingscellen te bevatten. Het is alsof de afweer continu in de wachtstand staat. Even flink krabben kan al tot problemen leiden.”
Mensen met een donkere huid hebben ook vaak een droge huid. Het trans-epidermaal waterverlies verloopt bij deze huid sneller, omdat de opperhuid vocht minder goed kan vasthouden. “Een belangrijk advies aan de patiënt met een klacht hierover is het barrière-eiwit ceramide toe te voegen”, zegt Njoo. “Geen receptgeneesmiddel, maar iets wat gewoon in een bodylotion te koop is. Als iemand aan de droge huid gaat krabben, verliest die nog meer vocht en treedt direct de toch al aanwezige verhoogde ontstekingsreactie op. Dit wordt dan vaak verward met eczeem of psoriasis, of ook wel met huidkanker. Een bekende instinker in de eerste lijn.”
Mensen met een donkere huid zijn ook gevoeliger voor littekenvorming. De fibroblasten zijn groter in aantal en omvang, én actiever dan in de lichte huid, vooral bij Afrikaanse huidtypen. “Het is daarom goed dat de huisartsen bij deze mensen terughoudend zijn met excisies en coagulaties, bijvoorbeeld om een moedervlek of een wrat te verwijderen”, zegt Njoo. “Een verwijzing naar de dermatoloog of eventueel de plastisch chirurg is hierbij echt de betere keuze. Na een excisie kan een injectie met bijvoorbeeld botulinetoxine littekenvorming verminderen. Ook dat is belangrijk om te weten voor de huisarts, zodat hij hiervoor kan verwijzen naar een privékliniek.”
Nascholing wenselijk
Meer aandacht voor nascholing van huisartsen over de donkere huid zou waardevol zijn, zegt Njoo. “Maar wie organiseert dat? Zelf heb ik wel webinars georganiseerd over het onderwerp voor huidtherapeuten en beautyprofessionals. Als er een partij is die dit ook wil oppakken voor huisartsen, sta ik daar zeker voor open.”
De donkere huid zal echter een complex aandachtsgebied blijven, verwacht hij. “In Leiden wordt wel onderzoek gedaan naar ontstekingsreacties van de donkere huid”, vertelt hij. “Maar dat is basaal onderzoek, niet gericht op therapeutische toepassing. En de onderzoeken die zijn gedaan naar de toepassing van dure geneesmiddelen zoals biologicals, zijn allemaal gedaan bij mensen met een lichte huid. De resultaten daarvan kun je niet 1-op-1 vertalen naar de donkere huid. Dat is een absolute tekortkoming van klinische trials. Meer dan dat is er zover ik weet niet, het is een beetje mager dus.”