Chronische hoest is een veelvoorkomende klacht in de huisartsenpraktijk, waarbij de oorzaak niet altijd eenduidig is. In deze prospectieve studie werden 426 patiënten uit het Koreaanse Chronic Cough Register gevolgd om te onderzoeken of behandelbare kenmerken (treatable traits) geassocieerd zijn met het aanhouden van de hoestklachten.
De onderzoekers beoordeelden 11 mogelijke treatable traits op baseline: obesitas, roken, gebruik van ACE-remmers, sputumproductie, rinosinusitis, longparenchymafwijkingen, FEV1/FVC < 70%, type 2-inflammatie, refluxoesofagitis, depressie en hoesthypersensitiviteit. Na een mediane follow-up van 12 maanden had 50,5% van de patiënten nog steeds hoestklachten, gedefinieerd als een score > 20 mm op een visuele analoge schaal (VAS). De meest voorkomende traits waren sputumproductie (60,5%), symptomen van hoesthypersensitiviteit (41,8%) en type 2-inflammatie (39,1%). Van alle onderzochte baselinekenmerken bleken alleen symptomen van hoesthypersensitiviteit significant geassocieerd te zijn met aanhoudende hoest (p = 0,024). In multivariate analyse werden hoesthypersensitiviteit (OR 1,78; p = 0,010) en leeftijd ≥ 60 jaar (OR 2,07; p = 0,001) geïdentificeerd als onafhankelijke voorspellers van aanhoudende hoest.
Deze bevindingen onderstrepen het belang van het herkennen van symptomen van hoestovergevoeligheid in de praktijk, om patiënten met een verhoogd risico op aanhoudende klachten tijdig te identificeren. De onderzoekers merken echter op dat er momenteel weinig praktische meetinstrumenten beschikbaar om dit betrouwbaar vast te stellen. Toekomstige studies zouden volgens de auteurs dan ook gericht moeten zijn op het ontwikkelen en valideren van gestandaardiseerde instrumenten voor het meten van hoesthypersensitiviteit in de klinische praktijk en op het beoordelen of trait-gerichte interventies de uitkomsten bij chronische hoest kunnen verbeteren.
Bron: