Patiënten met slokdarmkanker die goed reageren op neoadjuvante chemoradiotherapie, hoeven waarschijnlijk niet meteen na die behandeling te worden geopereerd. Dat blijkt uit de SANO-studie.
Bij 1 op de 4 patiënten die zo’n slokdarmresectie ondergaan na neoadjuvante chemoradiotherapie, wordt in de verwijderde slokdarm geen tumorweefsel meer gevonden. Deze bevinding riep de vraag op of alle patiënten wel zo’n slokdarmresectie nodig hebben, of dat de operatie achterwege kan blijven als de patiënt nauwlettend wordt gemonitord.
Om deze vraag te beantwoorden werd onder leiding van het Erasmus MC de SANO-studie opgezet. Slokdarmkankerpatiënten kregen 6 en 12 weken na hun voorbehandeling een controle, bestaande uit een endoscopie, een echo en een PET-CT-scan.
Bij 309 patiënten werd tijdens dat vervolgonderzoek geen tumorweefsel meer gevonden. Zij werden ingedeeld in 2 groepen: 1 groep kreeg direct een operatie, de rest kwam in de ‘actieve surveillance groep’ en werd elke 3 maanden gecontroleerd.
Na 2 jaar bleek de overleving in beide groepen nagenoeg gelijk. Bij bijna de helft van de mensen in de actieve surveillance groep was alsnog een operatie nodig. Die uitgestelde operatie bleek niet gecompliceerder of risicovoller dan de operatie direct na de chemoradiotherapie.
Bron: