Zorgverleners op oncologische afdelingen staan in de meeste gevallen positief tegenover complementaire zorg als aanvulling op de reguliere kankerbehandeling. Al kan het bespreken van complementaire zorg met patiënten met kanker beter, blijkt uit vragenlijstonderzoek van het Nivel.
Ongeveer 58% van de zorgverleners gaf aan dat er in hun organisatie initiatieven zijn doorgevoerd op het gebied van complementaire zorg (zoals acupunctuur, massagetherapie en voedingssupplementen). Zo’n 10% gaf aan dat dit in de planning ligt. De initiatieven komen voornamelijk voort uit afdelingsbeleid en gezondheidszorgprogramma’s voor patiënten met kanker.
Ongeveer de helft van de respondenten gaf aan iets te missen om de initiatieven door te voeren, zoals kennis, ervaring, wetenschappelijk bewijs, financiering en ondersteuning vanuit het management.
Ruim 87% van de bevraagden staat positief tegenover complementaire zorg als aanvulling op de oncologische behandeling van patiënten. Vrouwelijke zorgverleners en zorgverleners die werken op een afdeling waar al complementaire zorginitiatieven zijn geïmplementeerd, zijn positiever over complementaire zorg.
Hoewel het belang van complementaire zorg wordt ingezien, geeft 21% van de ondervraagden aan dat het bespreken ervan niet mogelijk is en dat dit ook niet in de planning ligt. Zorgverleners geven verder in 72% van de gevallen aan behoefte te hebben aan ondersteunende middelen.
Bron: