Eerstelijnsbehandeling met ivonescimab in combinatie met chemotherapie verlengt de progressievrije overleving (PFS) significant bij patiënten met gevorderd of gemetastaseerd niet-kleincellig longcarcinoom (NSCLC), vergeleken met tislelizumab plus chemotherapie. Dit blijkt uit de fase III HARMONi-6-studie.1
Ivonescimab is een bispecifiek antilichaam gericht tegen PD-1 en VEGF. Het medicijn is in China geregistreerd voor de behandeling van NSCLC dat progressief is na een EGFR-TKI en als eerstelijnsbehandeling voor PD-L1-positieve patiënten met gevorderd NSCLC. In de HARMONi-6-studie werd ivonescimab plus chemotherapie vergeleken met de PD-1-inhibitor tislelizumab plus chemotherapie bij niet eerder behandelde patiënten met gevorderd plaveiselcel-NSCLC (stadium IIIB–IV).
In totaal werden 532 patiënten gerandomiseerd naar ivonescimab of tislelizumab (beide 3 kuren) in combinatie met chemotherapie, gevolgd door onderhoudsbehandeling met ivonescimab en tislelizumab. De primaire uitkomstmaat was de onafhankelijk beoordeelde PFS.
De PFS was aanmerkelijk langer in de ivonescimab-groep, met een mediane PFS van 11,1 maanden versus 6,9 maanden in de tislelizumab-groep (HR 0,60). In alle onderzochte subgroepen was er een voordeel van de combinatie met ivonescimab. Ook was er zowel bij patiënten met een hoge als bij patiënten met een lage PD-L1-expressie een voordeel. Daarnaast was het aantal patiënten met een respons significant hoger; 75,9 versus 66,5%. De mediane duur van de respons was respectievelijk 11,2 versus 8,4 maanden.
Het toxiciteitsprofiel was relatief vergelijkbaar. Ernstige behandelingsgerelateerde adverse events traden op bij respectievelijk 32,3 en 30,2% van de patiënten. 3,4 en 4,2% stopten met de behandeling wegens bijwerkingen.
De onderzoekers stellen dat de combinatie met ivonescimab mogelijk een nieuwe standaard eerstelijnsbehandeling vormt voor patiënten met gevorderd of gemetastaseerd plaveiselcel-NSCLC.
Bron: