Wanneer bij patiënten met HR+/HER2- mammacarcinoom tijdens behandeling met een aromataseremmer en een CDK4/6-remmer met behulp van circulerend tumor-DNA ESR1-mutaties worden gedetecteerd, is het zinvol om de aromataseremmer te vervangen door de orale selectieve oestrogeenreceptor-degrader (SERD) camizestrant. In de fase III SERENA-6-studie leidde dit tot een verbeterde progressievrije overleving (PFS).1
Mutaties in ESR1 zijn zeldzaam bij nieuw gediagnosticeerd mammacarcinoom, maar kunnen ontstaan tijdens eerstelijnsbehandeling met een aromataseremmer en een CDK4/6-remmer. Deze mutaties leiden tot oestrogeenonafhankelijke activering van de oestrogeenreceptor en zodoende tot resistentie tegen antihormonale therapie. ESR1-mutaties worden waargenomen bij ongeveer 40% van de patiënten met ziekteprogressie. Voor de SERENA-6-studie werden patiënten middels ctDNA-analyse gescreend op opkomende ESR1-mutaties tijdens een behandeling met een aromataseremmer plus een CDK4/6-remmer gedurende minimaal 6 maanden. Bij detectie van een ESR1-mutatie werden de patiënten vervolgens gerandomiseerd en ofwel geswitcht naar camizestrant plus een CDK4/6-remmer, ofwel doorbehandeld met een aromataseremmer plus CDK4/6-remmer.
De nieuwe ctDNA-geleide behandelstrategie leidde tot een aanzienlijk betere mediane PFS. Deze was in de camizestrant-arm 16 maanden versus 9,2 maanden in de controlearm (HR 0,44). De PFS na 12 en 24 maanden was respectievelijk 60,7% en 33,4% en 29,7% en 5,4%. Ook de mediane tijd tot verslechtering van de gezondheid/kwaliteit van leven was langer in de camizestrant-arm: respectievelijk 23 en 6,4 maanden (HR 0,53). De data over de totale overleving zijn nog niet geschikt voor analyse.
Het optreden van bijwerkingen in beide onderzoeksarmen was relatief vergelijkbaar, met ernstige bijwerkingen bij respectievelijk 10 en 12% van de patiënten. Wel was vaker sprake van neutropenie in de camizestrant-groep, maar dit is mogelijk alleen een gevolg van de langere blootstelling aan een CDK4/6-remmer.
De SERENA-6-studie is de eerste registratiestudie waarin een meerwaarde is aangetoond van monitoring van behandelresistentie met behulp van ctDNA, benadrukken de onderzoekers. De behandelstrategie heeft volgens hen de potentie om een nieuwe standaard te worden.
Bron: