In de jaren 70 van de vorige eeuw ontstond het idee dat de sterke daling in de oestrogeenspiegel tijdens de menstruele cyclus een rol speelt bij het ontstaan van menstruele migraine. Maar wat is de link tussen oestrogenen en CGRP in het ganglion trigeminale? Hoogleraar Lars Edvinsson uit Zweden gaf uitleg over zijn meest recente cel- en dieronderzoek naar dit verband.1
Edvinsson gebruikte vrouwelijke muizen om te kijken naar de expressie in het ganglion trigeminale van 3 verschillende genen die coderen voor aan CGRP gerelateerde genen. Namelijk Calca, dat codeert voor CGRPα, Calcrl, dat codeert voor CRLR, het grootste onderdeel van de CGRP-receptor, en Ramp1, dat codeert voor het kleinere onderdeel Ramp1.
Muizen hebben een oestruscyclus van 4 dagen, die bestaat uit 4 fasen: de pro-oestrus (wanneer de oestrogeenspiegel stijgt), de oestrus (wanneer de oestrogeenspiegel daalt), de met-oestrus (wanneer de oestrogeenspiegel relatief laag is) en de di-oestrus (wanneer de oestrogeenspiegel eerst relatief laag is, maar daarna stijgt). Expressie van Calca veranderde tijdens deze cyclus, met lage waarden tijdens de pro-oestrus en oestrus, en een hoge waarde tijdens de di-oestrus. Expressie van Ramp1 was precies omgekeerd aan die van Calca, terwijl die van Calcrl stabiel was.
Verder vonden de onderzoekers een significante positieve correlatie tussen de expressie in het ganglion trigeminale van ESR2, dat codeert voor de oestrogeenreceptor ERβ, en Ramp1 (r = 0,40; p = 0,001). Toediening van oestrogeen aan muizen gedurende 4 dagen resulteerde in verhoogde expressie van Ramp1, maar verlaagde expressie van Calca. Uit een studie met humane zenuwcellen bleek dat toediening van oestrogeen epigenetische veranderingen gaf, namelijk DNA-methylering, die de verhoging in Ramp1-mRNA en de verlaging in Calca-mRNA mogelijk verklaren. Met een slag om de arm concludeert Edvinsson dat oestrogeenfluctuaties de expressie van Ramp1 en Calca reguleren via epigenetische veranderingen en dat dit mogelijk een rol speelt bij menstruele migraine.
Bron