Veel mensen met de ziekte van Parkinson hebben een veranderd looppatroon, met onder andere een kleinere paslengte, draaisnelheid en minder beweging in de bovenste ledematen en romp. Hoe het looppatroon samenhangt met emoties is nog niet volledig ontrafeld. Een experiment laat zien dat imitatie van emotionele looppatronen het eigen looppatroon verandert.
Italiaanse onderzoekers wilden weten of zij bij gezonde controles en mensen met de ziekte van Parkinson emoties konden opwekken via een bottom-up benadering: door imitatie van emotionele looppatronen. Ook waren ze benieuwd of deze aanpak leidde tot veranderingen in het eigen looppatroon.
Ze vroegen een actrice om een stuk te lopen nadat zij een bepaalde emotie bij zichzelf had opgeroepen, namelijk blijdschap, verdriet of angst. 19 gezonde controles en 21 mensen met de ziekte van Parkinson bekeken de video’s van deze looppatronen, waarna hen werd gevraagd om deze te imiteren. Ze droegen 6 beweegsensoren die het eigen looppatroon registreerden. Nadien vulden de deelnemers de intensiteit en valentie (positief of negatief) van de ervaren emotie in.
Zowel bij de gezonde controles als bij mensen met de ziekte van Parkinson wekte imitatie van het blije looppatroon een vrij sterke positieve emotie op. De looppatronen van beide groepen waren redelijk vergelijkbaar. Dat betekent dat de loopproblemen bij mensen met de ziekte van Parkinson waren afgenomen; zij hadden een grotere paslengte, draaisnelheid en bewegingsbereik van de bovenste ledematen en romp.
Bij de imitatie van verdrietige en angstige looppatronen rapporteerden de deelnemers vrij sterke negatieve emoties. De looppatronen waren opnieuw redelijk vergelijkbaar tussen gezonde controles en mensen met de ziekte van Parkinson.
Dit experiment laat zien dat de bottom-upbenadering emoties kan opwekken en dat de ervaren positieve en negatieve emoties een verschillende invloed hebben op het eigen looppatroon.
Bron: