Grote impact van artrose in verschillende Europese landen

Artrose komt heel veel voor, de behandelopties zijn beperkt en het gaat samen met veel andere chronische aandoeningen. Dit maakt dat artrose een enorme impact heeft, zo bleek ook uit een analyse van data uit 4 Europese landen.¹ EULAR-voorzitter prof. Daniel Aletaha gaf aan dat hij dit abstract daarom als 1 van de belangrijkste beschouwt.

Dat artrose samenhangt met verschillende comorbiditeiten is recentelijk onder de aandacht gekomen. Het is echter nog onbekend of dit verband hetzelfde is in verschillende landen met andere patiëntenpopulaties en anders georganiseerde gezondheidszorg.

Dit zochten Swain en collega’s uit in de ComOA-studie, met daarin case-control- en cohortstudies uit 4 Europese landen: het Verenigd Koninkrijk (CPRD GOLD), Nederland (IPCI), Zweden (Skane) en Spanje (SIDIAP).² Ze analyseerden 61 comorbiditeiten die werden vastgesteld voor of na de artrosediagnose en testten of de resultaten overeenkwamen tussen de 4 landen. Resultaten werden als congruent beschouwd wanneer deze voor alle centra significant waren en in dezelfde richting wezen. 

Voor de studie gebruikten ze gegevens van 845.373 incidente artrosepatiënten en 2.556.243 mensen zonder artrose met ongeveer dezelfde kenmerken (controlegroep). De prevalentie van veel comorbiditeiten bleek hoger te zijn in de artrosegroep dan in de controlegroep, de meest voorkomende waren chronische rugpijn (43,8%), hypertensie (34,3%), allergie (21,2%) en cataract (16,0%). 

De 3 comorbiditeiten die het vaakst al bestonden vóór de artrosediagnose waren fibromyalgie (OR ten opzichte van de controlegroep 1,93; 95%-BI 1,49-2,49), polymyalgie (1,44; 1,31-1,58) en chronische rugpijn (1,42; 1,32-1,53), en de 3 die het vaakst ontstonden ná de diagnose waren fibromyalgie (HR 1,42; 95%-BI 1,29-1,56), RA (1,27; 1,20-1,35) en polymyalgie (1,24; 1,20-1,27). Van 33 comorbiditeiten die retrospectief bestudeerd werden, waren er 10 congruent voor alle 4 de landen, terwijl 32 van de 61 comorbiditeiten die prospectief bestudeerd werden congruent waren voor ten minste 3 centra.

Bronnen

1. Swain S, Coupland C, Kamps A, et al. Comorbidities in people with osteoarthritis in four European primary care settings – comprehensive evidence from the ComOA study. EULAR 2024, abstract OP0230. 
2. Swain S, Kamps A, Runhaar J, et al. Comorbidities in osteoarthritis (ComOA): a combined cross-sectional, case-control and cohort study using large electronic health records in four European countries. BMJ Open. 2022;12:e052816.