Een specifiek mRNA-profiel van de darmmucosa is gekoppeld aan het risico op een relaps bij patiënten met de ziekte van Crohn nadat ze met anti-TNF-therapie zijn gestopt. Promovenda Monique Devillers presenteerde tijdens UEG Week 2025 een tweede late breaking abstract.1
Devillers doet op de afdeling Gastro-enterologie en Hepatologie van het Erasmus MC promotieonderzoek naar inflammatoire darmziekten met een focus op het veilig stoppen van een onderhoudsbehandeling. Eerder tijdens deze UEG Week presenteerde zij een model dat bij patiënten met colitis ulcerosa de kans op een relaps voorspelt na stopzetten van anti-TNF-therapie, eveneens als late breaking abstract.
CEASE-trial
Haar tweede late breaking abstract gaat over moleculair onderzoek bij patiënten met de ziekte van Crohn die deelnemen aan de CEASE-trial (Safely cease anti-TNF therapy in Crohn’s Disease) dat door ZonMW wordt gesubsidieerd. In deze studie zijn op het moment dat patiënten met de anti-TNF-behandeling stopten biopten van het darmslijmvlies genomen. Devillers heeft voor haar onderzoek patiënten bij wie de inflammatie weer terugkeerde, gekoppeld aan patiënten die in remissie bleven en die de ziekte van Crohn in hetzelfde deel van de darm, het ileum of het colon hadden. Ze selecteerde biopten van de plek in de darm waar de inflammatie was teruggekeerd voor een analyse van het mRNA en vergeleek dit met onderzoek van weefselbiopten van de controlepersonen. Het onderzoek betrof 11 patiëntenkoppels waarvan 4 de ziekte van Crohn in het ileum hadden en 7 in het colon.
mRNA
In totaal zijn bij die analyse 785 mRNA’s de revue gepasseerd. Van de mRNA’s die Devillers in verband kon brengen met de relaps, identificeerde ze de 3 die het meest up- of downgereguleerd waren. Het mRNA van IFITM1 (reguleert CD4+ T-helperceldifferentiatie), PIK3CA (activeert CD8+ T-cellen)en RBPJ (reguleert T-celdifferentiatie) was het meest upgereguleerd bij patiënten met een relaps. Het mRNA van NEU1 (splitst siaalzuur af van glycoproteïnen van monocyten), THOP1 (zorgt bij muizen voor betere overleving bij sepsis) en IRF3 (transcriptiefactor bij aangeboren immuniteit) was ten opzichte van patiënten die in remissie bleven het meeste downgereguleerd. Devillers berekende een score door de som van de levels van het mRNA van de 3 upgereguleerde mRNA’s te delen door die van de 3 downgereguleerde mRNA’s.
Specifiek profiel
De score was hoger in de groep patiënten met een relaps dan bij patiënten in remissie: 2,94 versus 0,36. Het specifieke profiel van het mRNA van de mucosa had een sensitiviteit van 0,83 en een specificiteit van 1. Daarmee concludeert Devillers dat in deze case-controlestudie patiënten met een hoog risico op een relaps kunnen worden onderscheiden. Een resultaat dat overigens nog verder gevalideerd moet worden. Tevens gaf de studie haar het inzicht dat een sterk aangeboren afweersysteem beschermt tegen relaps en verworven immuniteit juist gekoppeld is aan meer risico op een relaps.
Bron: