Een Zwitserse studie laat zien dat bij vrouwen met hiv het percentage vroeggeboorten over een periode van 34 jaar gestaag is gedaald, maar nog steeds het dubbele bedraagt van dat in de algemene bevolking.
Deze studie had als doel trends te beschrijven in het percentage vroeggeboorten bij vrouwen met hiv die in Zwitserland wonen, en na te gaan welke factoren in de afgelopen 34 jaar hebben bijgedragen aan veranderingen in deze trends. Gegevens uit 2 Zwitserse cohorten over 1.238 geboren eenlingen tussen 1986 en 2020 werden geanalyseerd. Het percentage vroeggeboorten werd afgezet tegen dat in de algemene bevolking in Zwitserland in 3 verschillende tijdvakken die zich hebben gekenmerkt door belangrijke sprongen in de behandelmogelijkheden bij hiv: vóór 1996, tussen 1996 en 2010 en tussen 2011 en 2020).
Het aandeel vroeggeboorten was bij vrouwen met hiv het hoogst vóór 2010, namelijk 20,4%. Na dat jaar daalde het naar 11,3%, nog altijd ruim boven het landelijke gemiddelde van 5%. In een univariate analyse correleerden de volgende factoren met vroeggeboorten en studieperiode: leeftijd van de moeder, aantal CD4-cellen en viremie in het derde trimester van de zwangerschap, drugsgebruik, en manier van bevallen.
Het soort antiretrovirale behandeling op zich had geen invloed op de kans op vroeggeboorte. Ook was er geen verschil in de kans op een bevalling zonder hulp tussen de vroeg- en à terme geborenen. In een multivariate analyse correleerden een betere controle van hiv (een hoger aantal CD4-cellen) in het derde trimester en vaginale bevalling met een verminderde kans op prematuriteit.
Bron:
Martinez de Tejada B, Lumbreras M, Kahlert C, et al.Changes in preterm birth rates among pregnant women living with HIV in Switzerland: a 34-year cohort analysis. EACS 2023, abstract 915.