Naratuximab-emtansine, gericht tegen CD37, plus rituximab lijkt bij patiënten met diffuus grootcellig B-cellymfoom (DLBCL) en andere B-non-hodgkinlymfomen (B-NHL) te resulteren in duurzame responsen. De onderzoekers stellen in een Late Breaking Abstract dat de combinatie mogelijk een aantrekkelijke behandeloptie is voor patiënten met refractair/recidiverend (R/R) DLBCL.
Naratuximab-emtansine (nara) is een antilichaam-geneesmiddelconjugaat tegen CD37, dat in hoge mate tot expressie wordt gebracht bij B-NHL inclusief DLBCL. In preklinische modellen vertoonde nara een sterke anti-tumoractiviteit bij B-NHL, die werd versterkt door gelijktijdige toediening van rituximab. Een fase I-studie toonde eerder een gunstig veiligheidsprofiel en een veelbelovende werkzaamheid aan.
In deze open-label fase II-studie werden 100 patiënten met R/R DLBCL (n = 80) en andere vormen van B-NHL (n = 20) die niet in aanmerking kwamen voor een stamceltransplantatie geïncludeerd. Het objectieve responspercentage (ORR) was 44,7%, met 24 (31,6%) volledige responsen (CR) en 10 (13,2%) gedeeltelijke responsen. Bij 9 (11,8%) patiënten werd stabiele ziekte waargenomen en bij 33 (43,4%) progressieve ziekte. De mediane duur van de respons werd bij de 76 evalueerbare DLBCL-patiënten niet bereikt.
Bij 81 (81%) patiënten traden behandelingsgerelateerde bijwerkingen op van graad 3 of hoger. De meest voorkomende waren neutropenie 54 (54%), leukopenie 19 (19%), lymfopenie 17 (17%) en trombocytopenie 12 (12%). Bij 8 (8%) patiënten waren de bijwerkingen reden om te stoppen met de behandeling.
Bron