Een Australische pilotstudie suggereert dat plasminevorming een belangrijke rol kan spelen in het voorspellen van arteriële trombotische gebeurtenissen bij patiënten met chronische nierziekte. Door plasminegeneratie te integreren in een multimodaal risicomodel kan een betere voorspelling worden gedaan dan met traditionele risicoscores.
Patiënten met chronische nierziekte (CKD) hebben een verhoogd cardiovasculair risico. Eerdere studies lieten zien dat globale stollingstests, zoals trombine- en fibrinevorming, de voorspellende waarde voor cardiovasculaire gebeurtenissen kunnen verbeteren. Deze studie onderzocht of toevoeging van plasminevorming de risicoselectie verder kan verfijnen.
Aan de prospectieve observatiestudie namen 84 volwassen CKD-patiënten met een eGFR < 30 ml/min/1,73 m² deel. Van deze 84 ondergingen er 62 nierfunctievervangende therapie, waaronder hemodialyse en peritoneale dialyse. De plasminevorming werd gemeten met een calibrated automated thrombogram, waarmee een plasminespecifiek fluorogeen substraat werd bepaald. Ook de trombinevorming en de totale hemostatische potentie werden bepaald.
Binnen 24 maanden kregen 30 patiënten een arterieel trombotisch event, waaronder myocardinfarct, beroerte en kritieke ischemie in een extremiteit. Patiënten met een trombotisch event hadden een significant hogere verhouding tussen fibrine- en plasminevorming (ratio tussen overall coagulation potential (OCP) en endogenous plasmin potential (EPP): 0,18 versus 0,14; p = 0,002).
De onderzoekers ontwikkelden vervolgens een multimodaal risicomodel dat deze hemostatische parameters combineerde met inflammatoire markers (zoals CRP), D-dimeerwaarden en klassieke cardiovasculaire risicofactoren (Framingham Heart Score, FHS). Het model behaalde een hoge voorspellende waarde met een Harrell’s C-statistiek van 0,87 (95%-BI 0,81-0,93), wat aanzienlijk beter was dan de FHS alleen (C-statistiek 0,59).
Deze studie laat het potentieel van plasminevorming zien als aanvullende biomarker in de risicostratificatie van arteriële trombose bij CKD-patiënten en ondersteunt verder onderzoek naar multimodale stollingstests voor klinische toepassing.
Bron: