Anti-CGRP monoklonale antilichamen zijn een relatief nieuwe behandeloptie bij migraine, maar uit real-world data komt naar voren dat ze onvoldoende werken bij ongeveer 40% van de behandelde patiënten. Een nieuwe studie geeft voorzichtig bewijs voor het idee dat deze therapieresistente patiënten een ander fenotype hebben, waarin het endocannabinoïde systeem een rol speelt.1
Belangrijke spelers in het endocannabinoïde systeem zijn de 2 enzymen vetzuuramidehydrolase (FAAH) en monoacylglycerollipase (MAGL), die zorgen voor de intracellulaire afbraak van endocannabinoïden. Eerdere studies lieten verschillen in deze enzymen zien tussen migrainepatiënten en gezonde controles. Meer specifiek hadden patiënten een verlaagde genexpressie en een verhoogde activiteit van FAAH in bloedplaatjes en een verhoogde genexpressie van MAGL in perifere mononucleaire bloedcellen (PBMC). Italiaanse onderzoekers wilden weten of de genexpressie van FAAH en MAGL ook verschilde tussen migrainepatiënten die wel en niet goed op anti-CGRP monoklonale antilichamen reageerden.
Gloria Vaghi en haar collega’s onderzochten 83 patiënten met hoogfrequente episodische of chronische migraine. Deelnemers kregen 3 maanden behandeling met CGRP-remmers. Op basis van klinische gegevens creëerden de onderzoekers 2 groepen: 1) non-responders, bij wie het maandelijkse aantal migrainedagen na 3 maanden niet met ten minste 50% was afgenomen, en 2) responders, bij wie dat wel het geval was. Voor de start van de behandeling verzamelden ze bloedmonsters, die ze gebruikten voor genexpressiebepalingen in PBMC’s.
Het aantal non-responders en responders was bijna hetzelfde: 41 om 42. Vergelijkingen tussen deze groepen lieten zien dat non-responders significant jonger waren, een kortere ziekteduur hadden en meer hoofdpijndagen per maand hadden. Verder hadden non-responders een significant lagere genexpressie van FAAH, na correctie voor leeftijd, geslacht, ziekteduur en de aanwezigheid van psychische comorbiditeit (p = 0,039). Voor MAGL was er geen significant verschil. Vaghi en haar collega’s suggereren op basis van deze resultaten dat toekomstige non-responders op CGRP-remmers grotere afwijkingen in het endocannabinoïde systeem hebben dan toekomstige responders.
Bron: