Nuno Vau (Champalimaud Foundation) besprak de huidige en toekomstige behandelopties voor gemetastaseerd hormoonsensitief prostaatcarcinoom (mHSPC). Hij ging in op studies naar combinaties van androgeendeprivatietherapie (ADT) met andere behandelmodaliteiten.
Uit verschillende onderzoeken blijkt dat het toevoegen van docetaxel aan ADT met name bij patiënten met hoogvolume, synchroon gemetastaseerde ziekte een duidelijk voordeel oplevert. Ook het toevoegen van androgeenreceptor-pathway-inhibitoren (ARPI’s) aan ADT verbetert in meerdere studies de overleving. In trials zoals PEACE-1 en ARASENS was de combinatie van ADT, docetaxel en een ARPI vooral gunstig bij hoogvolume- of hoogrisicoziekte.
Daarnaast tonen meerdere studies aan dat bij laagvolumeziekte bestraling van de primaire tumor aanvullend voordeel kan geven bovenop systemische therapie.
Vau verwacht dat responsgedreven behandelstrategieën belangrijker zullen worden. Diverse onderzoeken evalueren dit concept. De LIBERTAS-studie bekijkt de-escalatie: stoppen met ADT en doorgaan met een ARPI versus beide behandelingen continueren bij patiënten met een goede biochemische respons (PSA < 0,2 ng/ml). De EORTC GUCG 2238-studie onderzoekt het volledig staken van zowel ADT als een ARPI.
Escalatie wordt onderzocht in de TRIPLE-SWITCH-studie, waarin patiënten met een PSA ≥ 0,2 ng/ml docetaxel krijgen toegevoegd aan ADT plus een ARPI, en in PEACE-6, waarin LuPSMA wordt toegevoegd bij een suboptimale respons.
Tot slot besprak Vau 2 klinisch relevante vraagstukken: de keuze tussen behandeling met 2 of 3 systemische middelen, en welk ARPI de voorkeur heeft wanneer voor een doublet wordt gekozen. Volgens Vau moet tripeltherapie vooral worden voorbehouden aan subgroepen, zoals patiënten met synchroon gemetastaseerde hoogvolumeziekte. De keuze voor een ARPI is lastiger, omdat direct vergelijkende studies schaars zijn. Daarom moeten factoren zoals bijwerkingen en interacties zwaar meewegen – zo is abirateron minder geschikt bij patiënten met cardiovasculaire aandoeningen.
Bron: