Een internationale real-world studie onderzocht de effectiviteit van venetoclax plus obinutuzumab (VO) versus BTK-remmers (BTKi’s) als eerstelijnsbehandeling van chronische lymfatische leukemie (CLL). De resultaten laten verschillende voordelen van VO ten opzichte van BTKi’s zien, waaronder minder therapiewisselingen en betere klinische uitkomsten.
De studie gebruikte gegevens uit de CLL Collaborative Study of Real-World Evidence (CORE) en omvatte 2.309 volwassen patiënten die tussen 2019 en 2024 in de eerste lijn behandeld waren. Van hen startten 110 patiënten met VO en 242 met een conventionele BTKi, waaronder ibrutinib (45,9%), acalabrutinib (42,1%) en zanubrutinib (6,2%). De mediane follow-up was 10,2 maanden in het VO-cohort en 10,7 maanden in het BTKi-cohort. De mediane behandelduur was respectievelijk 9,5 en 12,1 maanden.
Wisselen van behandeling
Op het moment van analyse ontving 63,6% van de VO-patiënten nog een behandeling, tegenover 74,7% van de BTKi-patiënten. Minder VO-patiënten begonnen aan een nieuwe behandeling (2,7 versus 18,8%). In het BTKi-cohort wisselden 58 patiënten van behandeling, waarvan 66,7% vanwege intolerantie. Van hen stapte 45,7% over op een op venetoclax-gebaseerd regime. Slechts 3 VO-patiënten stapten over, vooral vanwege intolerantie.
Het objectieve responspercentage (ORR) was hoger bij VO-patiënten (89,2 versus 80,7%). De mediane progressievrije overleving (PFS) werd in beide groepen niet bereikt. Wel leek de 18-maanden-PFS beter in het VO-cohort (92,2 versus 84,3%), echter zonder significant verschil.
Hoewel VO en BTKi veel worden ingezet bij de behandeling van CLL/SLL, waren er tot nu toe geen gerapporteerde vergelijkende studies. De resultaten laten zien dat VO meer voordelen oplevert. Wel is volgens de auteurs vervolgonderzoek met langere follow-up en grotere groepen patiënten nodig.
Bron: