Vluchtelingen en asielzoekers hebben een grotere kans op dragerschap van of infectie met resistente micro-organismen, in vergelijking met de bevolking van het gastland. Dat concluderen onderzoekers in The Lancet Infectious Diseases op basis van een systematische review en meta-analyse van 41 studies met gegevens van 16.970 vluchtelingen en asielzoekers.
Er zijn weinig gegevens over de prevalentie van en risicofactoren voor antimicrobiële resistentie (AMR) onder vluchtelingen en asielzoekers, en over hoe het risico bij deze groep zich verhoudt tot dat van de bevolking van het gastland. De onderzoekers doorzochten daarom Ovid en PubMed naar studies over dit onderwerp, gepubliceerd tussen januari 2015 en oktober 2023. De meest voorkomende fenotypes waren multiresistente gramnegatieve bacteriën (prevalentie variërend van 4,2% tot 60,8%), meticilline-resistente Staphylococcus aureus (0,92% tot 73%) en ESBL-producerende gramnegatieve bacteriën (1,6% tot 61,1%). Vluchtelingen en asielzoekers hadden een hogere kans op dragerschap of infectie met een resistent micro-organisme dan de bevolking van het gastland (n = 7849 versus n = 81.283; OR 2,88; 95%-BI 2,61-3,18).
Volgens de auteurs suggereren de gegevens dat vluchtelingen en asielzoekers worden blootgesteld aan omstandigheden die de opkomst van resistentie bevorderen, zoals het wonen in overbevolkte kampen en barrières in de toegang tot gezondheids- en vaccinatiesystemen. Er werden geen studies gevonden over de AMR-prevalentie onder vluchtelingen en asielzoekers uit Latijns-Amerika, en slechts enkele uit het Midden-Oosten, Afrika en Azië, waar de meeste vluchtelingen zich bevinden. Er is dan ook behoefte aan meer mondiale en regionale gegevens. Daarnaast concluderen de onderzoekers dat er verbetering nodig is op het gebied van infectiepreventie en -bestrijding en behandelstrategieën gericht op hoogrisicogroepen.
Bron: