Patiënten met dementie en reumatoïde artritis (RA) hebben een snellere cognitieve achteruitgang en een verhoogd risico om te overlijden dan dementiepatiënten zonder RA. Dat concluderen Zweedse onderzoekers in Neurology.
Het onderzoek werd uitgevoerd met gegevens van patiënten met dementie die geregistreerd waren in het Zweedse SveDem-register tussen 2007 en 2018. De primaire uitkomstmaat was cognitieve achteruitgang, gemeten middels veranderingen in de Mini Mental-State Examination (MMSE-)score over de jaren. Sterfte door alle oorzaken was een secundaire uitkomstmaat. Met mixed-effects modellen werd de associatie tussen RA en cognitieve achteruitgang onderzocht; Cox proportional hazards modellen werden gebruikt om de associatie tussen RA en mortaliteit te onderzoeken. Daarnaast werden subgroepanalyses uitgevoerd om de potentiële effecten van sociodemografische factoren, baseline MMSE-score, comorbiditeit en het gebruik van dementiemedicatie op de associatie tussen RA en cognitie/sterfte te bestuderen.
Er werden 1.685 dementiepatiënten met RA (gemiddelde leeftijd 79,9 (SD 6,7) jaar; 73,4% vrouw) en 5.055 dementiepatiënten zonder RA (80,1 (SD 7,5) jaar; 73,1% vrouw) geïncludeerd. De mediane follow-up was 2,9 jaar (IQR 1,5-4,6 jaar) voor patiënten zonder RA en 2,6 jaar (IQR 1,4-4,2 jaar) voor patiënten met RA. In totaal waren 111.266 MMSE-metingen beschikbaar voor analyse. Ten opzichte van patiënten zonder RA hadden patiënten met RA een snellere cognitieve achteruitgang (β -0,24 punten per jaar; 95%-BI -0,38 tot -0,10) en een verhoogd risico om te overlijden (HR 1,15; 95%-BI 1,06-1,24). In subgroepanalyse werden significante interacties waargenomen tussen RA, MMSE-score op baseline en leefomstandigheden met betrekking tot cognitieve achteruitgang (p voor interactie < 0,05). De auteurs concluderen dat deze bevindingen gevalideerd moeten worden in vervolgstudies.
Bron: