Op 10 juli 2025 promoveerde Yujie Zhong aan de Rijksuniversiteit Groningen op haar proefschrift ‘Circulating Tumor DNA in Aggressive B-Cell Lymphomas: Tumor Cell Characterization and Disease Dynamics’. Als promotoren traden op dr. A. Diepstra en prof. dr. J.H.M. van den Berg; copromotoren waren dr. W.J. Plattel en dr. M. Nijland. Yujie Zhong is momenteel werkzaam als postdoc binnen de Groningen Lymphoma research group.
Wat was het doel van je promotieonderzoek?
Het doel van mijn promotieonderzoek was het onderzoeken van de waarde van circulerend tumor-DNA (ctDNA) bij de diagnostiek en monitoring van agressieve B-cellymfomen, met als uiteindelijk doel een minder invasieve diagnostische benadering te bieden en de klinische besluitvorming te ondersteunen.
Wat wil jij dat de klinische dokter van jouw onderzoek weet?
Circulerend tumor-DNA is een waardevol hulpmiddel dat PET-CT aanvult, omdat het een nauwkeurigere beoordeling van zowel actieve ziekte als het ziektebeloop mogelijk maakt. Bij post-transplantatie lymfoproliferatieve aandoeningen kan ctDNA helpen bepalen welke patiënten moeten escaleren naar chemotherapie en welke kunnen doorgaan met rituximab na de eerste 4 doses rituximab-monotherapie, met name in situaties waarin PET-CT fout-positieve resultaten kan geven. Bij gerecidiveerd/refractair DLBCL maakt de combinatie van PET-CT en ctDNA het mogelijk om patiënten al op baseline te stratificeren naar de kans dat ze baat zullen hebben bij salvage-chemotherapie. Zodoende kan beter worden bepaald of een patiënt salvage-chemotherapie kan voortzetten of al eerder moet worden overgezet naar CAR T-celtherapie.
Wat was het meest frustrerende onderdeel van je onderzoek?
Het meest frustrerende was dat het vaak voelde alsof we maar langzaam vooruitgang boekten, omdat betrouwbare resultaten veel controle en optimalisatie van allerlei details vereisten. In het laboratorium moest ik bijvoorbeeld de opbrengst van celvrij DNA optimaliseren en sequencing-duplicaten terugdringen, terwijl het in de analyse een grote uitdaging was om tumor-afgeleide varianten te onderscheiden van achtergrondruis en/of klonale hematopoëse. Voor deze taken waren herhaalde pogingen en aanpassingen nodig, maar met de steun van mijn collega’s en begeleiders is het gelukt de uitdagingen te overwinnen.
Welk moment/inzicht bracht een doorbraak?
Een belangrijk moment was toen ik ctDNA combineerde met PET-CT bij gerecidiveerde en refractaire patiënten en zag dat deze combinatie patiënten effectiever kon stratificeren dan elke methode afzonderlijk. Door dat inzicht realiseerde ik me wat de echte klinische impact van mijn onderzoek is — niet alleen technische verbeteringen, maar vooral betere ondersteuning van de patiëntenzorg en besluitvorming.
Wat is de vervolgvraag die voortkomt uit jouw onderzoek?
In mijn studie hebben we zeer veelbelovende resultaten waargenomen in ons cohort, maar het cohort was relatief klein. Een logische vervolgvraag is of deze bevindingen kunnen worden gevalideerd in grotere, multicenterstudies en klinische trials. Dergelijke onderzoeken zijn belangrijk om duidelijkere richtlijnen op te stellen voor de integratie van ctDNA in klinische besluitvorming – en uiteindelijk de uitkomsten voor patiënten te verbeteren.
Wat neem je zelf mee uit jouw promotieonderzoek? Wat zijn jouw volgende stappen?
Uit mijn promotieonderzoek neem ik een diepgaand inzicht mee in hoe ctDNA kan worden toegepast om de diagnostiek en monitoring van agressieve B-cellymfomen te verbeteren. Naast wetenschappelijke inzichten heb ik ook doorzettingsvermogen, kritisch denkvermogen en een grote waardering voor samenwerking ontwikkeld. Als volgende stap wil ik de opleiding tot klinisch chemicus volgen en blijven werken aan het bruggen slaan tussen translationeel onderzoek en de klinische praktijk, met als langetermijndoel het ontwikkelen van niet-invasieve biomarkers die direct als leidraad voor de patiëntenzorg kunnen dienen.