In Amsterdam vonden recent 2 internationale congressen plaats over maag- en slokdarmkanker: het 16e congres van de International Gastric Cancer Association (IGCA, 8-10 mei) en het 27e congres van de European Society for Diseases of the Esophagus (ESDE, 11-13 mei). Congresvoorzitters waren respectievelijk dr. Henk Hartgrink (LUMC, Leiden) en prof. dr. Mark van Berge Henegouwen (Amsterdam UMC). Zij blikken terug op de geslaagde bijeenkomsten.
Het IGCA-congres telde 950 bezoekers en evenzoveel abstracts. Het congres had met deelnemers uit 57 landen niet alleen een wereldwijd bereik, maar ook een multidisciplinair karakter, vertelt Hartgrink. “De deelnemers waren onder anderen chirurgen, oncologen, pathologen, MDL-artsen, radiologen, voedingsdeskundigen en medisch onderzoekers. Meer dan de helft van de abstracts was van Chinese onderzoekers. In Aziatische landen, ook bijvoorbeeld Japan en Korea, komt maagkanker veel voor. Daar zijn screeningsprogramma’s waardoor maagtumoren eerder worden ontdekt en behandeld. Daar vindt tevens veel onderzoek plaats. Er waren zo’n 230 bezoekers uit China, voor wie de reis naar Europa toch lastiger is vanwege visa en allerlei reisdocumenten.”
Hartgrink organiseerde het congres, met ondersteuning van een congresbureau, samen met slokdarm- en maagkankerchirurgen dr. Suzanne Gisbertz (Amsterdam UMC) en Johanna van Sandick (Antoni van Leeuwenhoek). Gisbertz nam ook deel aan de organisatie van het slokdarmcongres. “Er was dus verbinding, bewust zo opgezet vanwege de junction-tumoren in de overgang van de maag naar de slokdarm. Beide congressen hadden daar aandacht voor: wij op de laatste dag van ons congres en het slokdarmcongres op hun eerste dag. Dat sloot dus mooi op elkaar aan. Enkele sprekers waren op beide congressen.”
Verbroederend
Het IGCA-congres vindt iedere 2 jaar plaats, en verplaatst zich steeds van Azië naar Europa naar Noord- of Zuid-Amerika. Wie het wil organiseren, kan een voorstel doen bij de IGCA. Die maakt vervolgens de afweging qua geschiktheid van de locatie en de organisatoren. De voorzitter van de congresorganisatie wordt daarna de president van de IGCA. Hartgrink: “Het volgende congres vindt plaats in Santiago in Chili, en daarna in Seoel in Korea.”
Hartgrink had al enige ervaring met het organiseren van een internationaal congres. Als leuke kant ervan noemt hij vooral het contacten en vinden van vele collega’s die willen meewerken. “Dat werkt verbroederend. In de aanloop naar het congres vallen ook weer mensen af voor wie je vervanging moet zoeken, maar dat ging goed. Het congresbureau moest wel flink trekken aan sponsoring door farmaceutische bedrijven, maar ook dat is uiteindelijk gelukt. We moesten uiteraard wel zelf alle abstracts beoordelen. Het kost bij elkaar veel tijd, maar het levert ook veel op. Je spreekt veel mensen en je wisselt veel ideeën uit.”
Stapjes vooruit
Inhoudelijk ging het congres vooral over de steeds verder gaande ontwikkeling van met name doelgerichte en immuuntherapieën voor bepaalde maagtumoren. Dat gebeurt aan de hand van specifieke kenmerken van subgroepen van maagkanker. In die zoektocht vinden veel studies plaats, die nog niet hebben geleid tot doorbraken in de behandeling, maar waarmee wel kleine stapjes vooruit worden gemaakt. Hartgrink noemt de Duitse ESOPEC-studie1 naar de behandeling van adenocarcinomen in het onderste deel van de slokdarm en de overgang naar de maag. In Nederland wordt daarvoor chemoradiatie toegepast, maar uit de Duitse studie bleek dat chemotherapie voor en na de operatie leidt tot betere overleving. “Op het congres was discussie over de patiëntengroep die er baat bij heeft en in welke mate we dit moeten gaan doen. De uitkomst van de studie is nu deels overgenomen in de Nederlandse praktijk.” De ESOPEC-studie was tijdens de opening van het ESDE-congres ook een belangrijk onderwerp in de gezamenlijke sessie met de IGCA.
Hartgrink kijkt terug op een geslaagd en afwisselend congres, met ook gevarieerde sociale aspecten: een optreden van 2 drag queens, muziek, een vaartocht door de grachten van Amsterdam en een dansfeest. “Bezoekers hebben Amsterdam gezien zoals het is. Dat was een groot succes.”
Hoog niveau
Ook Van Berge Henegouwen blikt erg tevreden terug op het ESDE-congres. Er waren 430 bezoekers uit 36 landen, met 83 keynote sprekers en 176 wetenschappelijke abstracts. “Door de 2 congressen te combineren, konden bezoekers uit de hele wereld deze allebei bezoeken. Dat heeft het niveau van de congressen flink verhoogd. We hebben ons congres geopend met een aantal gezamenlijke sessies met de IGCA, waarbij we gezamenlijke standpunten konden bespreken. We hadden veel gastsprekers, die meestal vooral uit Europa komen maar deze keer ook uit onder andere Amerika, Canada, Japan en Korea. Dat zorgde voor veel variatie.”
Het organiseren van een internationaal congres is wel “hard werken”, vertelt Van Berge Henegouwen. Het is vooral een puzzel om het programma rond te krijgen, onder andere door afzeggingen of wijzigingen in de planning. “We hadden gelukkig goede ondersteuning van het congresbureau. Een leuk onderdeel van het programma waren enkele sessies voor verpleegkundig specialisten. Die kwamen uit verschillende landen en zij konden discussiëren over verschillende thema’s. Dat werd erg gewaardeerd. Leuk was ook dat de gastsprekers in een hotel aan het IJ verbleven. Voor hen hadden we fietsen geregeld waarmee zij met de pont konden oversteken naar het congres. Dat vonden zij mooi en bijzonder.”
Videomateriaal
Inhoudelijk kwamen onder andere de nieuwste ontwikkelingen in immuuntherapie aan de orde, gepresenteerd door toonaangevende deskundigen. “Mooi was ook de inbreng van Aziatische onderzoekers”, aldus Van Berge Henegouwen. “Zij hebben fantastisch videomateriaal laten zien over chirurgische procedures, waarin zij technisch erg goed zijn. Dat was bijzonder, want zulke beelden zijn op Europese congressen niet vaak te zien.”
Van Berge Henegouwen heeft zelf eveneens presentaties gehouden, onder andere over de behandeling van junction-tumoren en over intra-operatieve beeldtechnieken. En ook een presentatie voor aankomend chirurgen over het leren opereren in het upper-GI. “Voor deze jonge mensen was er een eigen symposium. Daar werd veel besproken over het vak en over bijvoorbeeld het voorkómen van een burn-out zodat je het werk duurzaam kunt blijven doen. Het was mooi om aan die sessies mee te werken, omdat het anders is dan de rest van het congres. Het ging niet zozeer over inhoudelijke zaken of patiëntuitkomsten, maar meer over wat belangrijk is om een goede dokter te zijn. Onderwerpen op dat gebied kwamen vroeger niet veel aan de orde, maar zijn nu wel actueel bij de jongere generatie artsen. Zoals het omgaan met complicaties en veel uit je leven halen. Het was voor mij misschien wel de leukste sessie van het congres.”
Kunstmatige intelligentie
Hartgrink vertelt dat de afgelopen tijd verschillende internationale werkgroepen zijn opgericht voor specifieke zorg en behandeling van maagkanker. Bijvoorbeeld over slecht gedifferentieerde maagkanker, uitgezaaide ziekte, kwaliteit van leven, robotchirurgie en datamanagement. “Kunstmatige intelligentie heeft eveneens veel aandacht, ook op het congres. Met AI is bijvoorbeeld beter het operatiegebied te bepalen of vooraf te zien waar tumoren zich bevinden. Maar een echte doorbraak wat betreft overleving of genezing zal toch van nieuwe medicatie moeten komen.”
Ook bij de behandeling van slokdarmkanker heeft kunstmatige intelligentie zijn intrede gedaan. Veel gebeurt met robotchirurgie, wat zich leent voor toepassing van AI. Deze ontwikkeling kwam aan bod tijdens enkele sessies op het ESDE-congres. “Er waren ook voorbeelden van AI bij endoscopie. De sessies hierover zijn goed ontvangen. Het is een nieuwe ontwikkeling en mensen zijn benieuwd wat zij er zelf mee kunnen. Dus ook dit aspect van ons werk is goed belicht. Mede daardoor was het een boeiend en gevarieerd congres.”
Referentie:
- Hoeppner J, Brunner T, Schmoor C, et al. Perioperative Chemotherapy or Preoperative Chemoradiotherapy in Esophageal Cancer. N Engl J Med. 2025;392:323-35.