De vaccinatiegraad onder kinderen in Nederland is in de periode 2008-2020 aanzienlijk gedaald, met toenemende verschillen tussen sociaal-demografische groepen. Dat blijkt uit onderzoek van het RIVM.
De vaccinatiegraad onder kinderen is de afgelopen jaren in veel landen, waaronder Nederland, gedaald. Het doel van deze retrospectieve databasestudie was om de verschillen in vaccinatiegraad tussen bevolkingsgroepen in Nederland beter te begrijpen. Hiervoor werden sociaal-demografische factoren bestudeerd die waren geassocieerd met vaccinatie tegen bof, mazelen en rodehond (BMR) en difterie, kinkhoest, tetanus en poliomyelitis (DKTP).
Het onderzoek werd uitgevoerd met gegevens van kinderen geboren tussen 2008 en 2020. De BMR-dekking daalde in alle subgroepen van de bevolking; over het geheel genomen was deze 95% in cohort 2008 en 89% in cohort 2020. In sommige subgroepen was de daling echter meer substantieel. In multivariabele analyse lieten kinderen van niet-Nederlandse afkomst, met name van Marokkaanse en Turkse afkomst, een meer uitgesproken daling zien (respectievelijk -25% en -12% ten opzichte van kinderen van Nederlandse afkomst in cohort 2020). Beide groepen hadden in 2009 nog een 4% hogere dekkingsgraad. Onder kinderen die niet naar de kinderopvang gingen en kinderen die in grotere gezinnen woonden (≥ 4 kinderen), daalde de dekking sneller dan bij kinderen die naar de kinderopvang gingen en in kleinere gezinnen woonden (beide -12% in cohort 2020). Ook onder kinderen van moeders die werken als zelfstandige en kinderen in huishoudens in de laagste inkomenscategorie was de dekking lager dan onder kinderen van moeders in loondienst en in huishoudens met hoge inkomens (respectievelijk -8% en -7% in cohort 2020). De trends voor DKTP-vaccinatie waren vrijwel identiek.
Bron: