Alexandra Langers is MDL-arts, maar heeft ook een warm hart voor opleiden. Alles wat ze hierin al vanaf de start van haar carrière heeft gedaan, heeft zich nu vertaald in haar benoeming tot hoogleraar. Een benoeming binnen haar eigen vakgebied weliswaar, maar wel heel nadrukkelijk gericht op innovatie en professionalisering in het medisch onderwijs.
Toen Langers in 2007 MDL-arts werd, was de coördinatie van het onderwijsblok buik een van haar eerste taken. “Ik kreeg er energie van om artsen op te leiden en het hele vak bij te brengen”, zegt ze, “en ik kreeg ook energie terug van hen.” Van het een kwam het ander. Na 10 jaar als blokcoördinator werd ze jaarcoördinator van het tweede jaar van de bachelor geneeskunde. “Een van de dingen die ik daarin deed was studenten begeleiden in feedback geven aan de coördinatoren. De coördinator is gebaat bij die input, dus ik zie liever dat studenten meedenken over hoe het onderwijs beter kan dan alleen maar zeggen wat ze niet goed vinden. Ook als opleider, waarin ik veel meer één-op-één bezig ben met een aios, vind ik dit heel interessant.”
Die enorme interesse in onderwijs, naast haar taak als MDL-arts, heeft nu dus geleid tot haar recente benoeming tot hoogleraar maag-, darm- en leverziekten, in het bijzonder innovatie en professionalisering in het medisch onderwijs.
Augmented reality
Voor het aspect innovatie in haar leerstoel kijkt Langers onder andere naar de mogelijkheden van extended reality in onderwijs. Dit biedt uiteenlopende mogelijkheden, variërend van anatomische simulaties en chirurgische training tot samenwerking in virtuele klaslokalen en OK’s tot empathietraining. Langers is vooral gericht op het onderdeel augmented reality. Ze vertelt: “We doen bijvoorbeeld onderzoek naar een augmented reality app voor echocardiografie, om te kijken of studenten meerwaarde hebben van het visualiseren van het hart in 3D. Een ander voorbeeld is de augmented reality app voor de long. Hiermee kan in beeld worden gebracht hoe een ontsteking in de long eruit ziet, met het geluid erbij dat je hoort als je luistert met de stethoscoop.”
De ontwikkeling van zulke apps is al vrij ver, stelt ze. “In een eerste studie hebben we studenten ingedeeld op oefenen met proefpersonen of oefenen met de apps en dat lijkt gelijkwaardig aan elkaar te zijn. We zijn nog niet zover dat we het grootschalig kunnen inzetten, maar het is wel veelbelovend. Het mooie is dat de app de student leert om beter te worden in het onderzoek. De app stuurt de student in het positioneren van de probe om het juiste beeld te krijgen.”
Nodig en logisch
Langers ziet het gebruik van apps niet als ‘stand alone’ maar als ‘blended learning’, als toevoeging op het onderwijs door docenten. “Dat is nodig, want we hebben te weinig artsen en de artsen die er zijn hebben te weinig tijd”, zegt ze. “Door gebruik van de artificial reality-applicatie, maar ook van andere mogelijkheden van simulatietraining, bied je de studenten de gelegenheid om zelf te oefenen. En wel op momenten dat het hen uitkomt, zonder dat daarbij altijd een docent aanwezig hoeft te zijn.”
Maar Langers richt haar onderzoek op meer dan augmented reality alleen. Ook op een train-the-trainer-cursus voor MDL-artsen bijvoorbeeld. “We evalueren het effect hiervan op de opleiding van arts-assistenten om te zien of de docent er beter van gaat opleiden”, vertelt ze. “Heel belangrijk want we zijn als artsen wel professionals in ons vak, maar niet per se in opleiden. We hebben nooit geleerd hoe je iemand opleidt in het aanleren van complexe praktische vaardigheden, waar de endoscopie toe behoort.”
Deze 2 aspecten verklaren de titel van haar hoogleraarschap: het gaat haar niet alleen om innovatie in het medisch onderwijs, maar ook om de professionalisering ervan.
Toetsen
Nog een ander aspect van Langers’ hoogleraarschap is onderzoek naar nieuwe manieren van toetsen. “Uit praktische overwegingen toetsen we veel met meerkeuzevragen”, vertelt ze, “maar het is de vraag of dit wel zo goed is. Een digitaal toetssysteem maakt het mogelijk om open vragen te stellen die korte antwoorden behoeven. Onderzoek toont aan dat dit vraagtype beter in staat is om het daadwerkelijke kennisniveau in te schatten. Dit kan onder andere worden ingezet bij formatieve toetsen, die bedoeld zijn om het leerproces te ondersteunen en te stimuleren. We gebruiken toetsen nu vooral als afrekeninstrument, maar het is veel waardevoller het als leerinstrument te gebruiken, door voor de studenten inzichtelijk te maken op welke onderdelen van de stof hun kennis nog onvolkomen is.”
Maar aan formatief toetsen zit ook een beperking, ontdekte ze. “Je hebt verschillende soorten studenten”, zegt ze. “De een wil de stof gaan beheersen, de ander is meer gericht op het resultaat – het cijfer – dan het proces. Dat heeft gevolgen voor hoe je omgaat met toetsen. Alleen maar formatief toetsen werkt dus niet. Studenten die toetsen doen voor het cijfer, vinden toetsen die niet meetellen niet belangrijk. Dat was een interessante les.”
Onderwijs als carrièremogelijkheid
Een actueel thema in het LUMC is ‘Erkennen en Waarderen’. “Dit is een onderdeel van de landelijke Academia in Motion-ontwikkeling”, vertelt Langers. “De academische waardering is altijd sterk gericht geweest op de parameter wetenschappelijke publicaties. Andere zaken, zoals onderwijs, werden ondergewaardeerd. Er was nauwelijks een carrièremogelijkheid, dat zie je bijvoorbeeld terug aan het beperkte aantal hoogleraren met een onderwijsleerstoel. Jammer, want mensen kiezen daardoor soms niet voor het onderwijs. Dus willen we het onderwijs als carrièrepad erkennen en waarderen en het positioneren als mogelijkheid om carrière te maken in de academie.”
In het verlengde hiervan ligt een project om endoscopieverpleegkundigen te betrekken bij de MDL-opleiding. “Niet in zuilen opleiden dus”, zegt Langers, “want in de praktijk werk je ook samen. Ook in mijn werk als vice-decaan Universitair Onderwijs is interprofessioneel leren een actueel thema. Met de combinatie van mijn hoogleraarschap en mijn andere taken komen dingen dus heel mooi samen.”
Over Alexandra Langers
Alexandra Langers werd eerst internist en deed pas aansluitend haar MDL-opleiding. Ze werkt sinds 2007 als MDL-arts in het LUMC en werd in januari benoemd tot hoogleraar. “Als ik terugkijk op mijn eigen opleiding, zie ik dat die heel anders was dan hoe het nu gaat”, zegt ze. “De kern was: dingen heel veel doen en dan leer je ze wel. Over de vraag hoe efficiënt kon worden opgeleid en hoe de aios daarin kon worden begeleid werd nog niet echt nagedacht, er was bijvoorbeeld nog geen portfolio toen ik met de opleiding begon. Wel had ik het geluk dat er iemand uit de staf was die echt investeerde in mijn opleiding en met me meedacht over wat ik nodig had. Dat heb ik als heel positief ervaren.”