Bacteriën in de darm lijken mede te bepalen hoe effectief immuuntherapie tegen kanker is. Welke bacteriën dit doen en op welke manier bleef tot nu toe onduidelijk. Onderzoekers van het Nederlands Kanker Instituut, verbonden aan het Antoni van Leeuwenhoek, hebben dit probleem op een nieuwe manier onderzocht en bieden daarmee nieuwe mogelijkheden voor behandeling. Hun bevindingen zijn gepubliceerd in Cancer Discovery.
Sinds kort is bekend dat darmbacteriën invloed hebben op het succes van immuuntherapie. Eerdere studies kwamen echter telkens tot andere bacteriesoorten, waardoor klinische toepassing lastig bleef. De onderzoekers kozen daarom een andere benadering: niet welke bacteriën aanwezig zijn, maar welke signaalstoffen ze produceren.
Ze analyseerden ontlastingsmonsters van bijna 800 eerdere patiënten en 147 nieuwe patiënten, plus kenmerken van hun tumoren. In het lab werd bekeken hoe de signaalstoffen afweercellen beïnvloeden. Sommige stoffen stimuleren nuttige afweercellen, waardoor patiënten beter reageren op immuuntherapie. Andere stoffen werken juist remmend en kwamen vaker voor bij patiënten die minder goed reageerden.
De onderzoekers ontdekten dat deze signaalstoffen bij alle patiënten terug te vinden zijn, ongeacht welke bacteriën ze in hun darmen hebben. Het team onderzoekt nu of het toedienen van gunstige stoffen of bacteriën de effectiviteit van immuuntherapie kan verhogen.
Bron: