Een panel waarin gemethyleerde DNA-markers in pancreassap worden gecombineerd met plasma CA 19-9, kan met een hoge accuraatheid ductaal adenocarcinoom in de pancreas onderscheiden van zowel gezonde als zieke controlegroepen. Deze methode kan mogelijk succesvol worden toegepast om pancreaskanker vroeg op te sporen.
In eerder onderzoek werden in pancreassap (PJ) gemethyleerde DNA-markers (MDM’s) aangetoond bij het opsporen van ductaal adenocarcinoom in de pancreas (PDAC). In deze prospectieve multicenterstudie onderzochten Engels et al. de sensitiviteit en specificiteit van een panel van PJ-MDM’s alleen én in combinatie met de tumormarker plasma carbohydraatantigeen 19-9 (CA19-9).
De onderzoekers analyseerden PJ en plasma van 88 patiënten met nog onbehandelde, biopsie-bewezen PDAC en 134 controles (53 met normale pancreas, 23 chronische pancreatitis, 58 intraductaal papillair mucineus neoplasme). De onderzoekers analyseerden bisulfiet-geconverteerd DNA uit gebufferd PJ met een ‘long-probe quantitative amplified signal assay’ gericht op 14 MDM’s (NDRG4, BMP3, TBX15, C13orf18, PRKCB, CLEC11A, CD1D, ELMO1, IGF2BP1, RYR2, ADCY1, FER1L4, EMX1, LRRC4) en een referentiegen (gemethyleerd B3GALT6). Vervolgens gebruikten ze logistische regressiemodellen voor een eerder ontdekt 3-MDM PJ panel (FER1L4, C13orf18, BMP3).
De onderzoekers vonden het hoogste onderscheidende vermogen, uitgedrukt als ‘area under the receiver operating curve’ (AUROC), voor gemethyleerd FER1L4 (0,83; 95%-BI 0,78-0,89). De AUROC was met het panel 3-MDM PJ + plasma CA 19-9 met 0,95 (95%-BI 0,92-0,98) hoger dan zowel het 3-MDM PJ panel (0,87; 95%-BI 0,82-0,92), als het panel met alleen plasma CA 19-9 (0,91; 95%-BI 0,87-0,96) (p respectievelijk 0,0002 en 0,0135). Bij een specificiteit van 88% (95%-BI 81-93%) was de sensitiviteit van het model 89% (95%-BI 80-94%) voor alle stadia van PDAC en 83% (95%-BI 64-94%) voor stadium I/II PDAC.
Bron: