De richtlijn Perioperatieve pulmonale complicaties is herzien en heet nu Preventie van postoperatieve pulmonale complicaties bij pulmonaal belaste patiënten. De herziening van de richtlijn vervangt de versie uit 2012, die niet meer aansloot bij de praktijk.
Mensen met longproblemen hebben bij niet-pulmonale chirurgie een grotere kans op pulmonale complicaties, zoals een longontsteking, ademhalingsproblemen of zelfs sterfte. De nieuwe versie helpt om longproblemen na een operatie te beperken bij pulmonaal belaste patiënten.
De herziene richtlijn biedt praktische aanbevelingen om longproblemen na niet-pulmonale chirurgie te beperken bij mensen met een verhoogd risico. Hiermee worden patiënten met astma, COPD, interstitiële longfibrose of pulmonale hypertensie bedoeld, maar ook mensen die korter dan een maand voor de operatie een pneumonie hebben gehad.
De volgende onderwerpen komen in de richtlijn aan bod: screening van patiënten op een verhoogd risico, aanvullende diagnostiek, perioperatieve medicatie, uitstel van operatie bij pneumonie, type opname en bewaking, postoperatieve ademhalingsondersteuning, pre-, peri- en postoperatieve longfysiotherapie, anesthesietechniek en postoperatieve pijnstilling, en opheffen van spierverslapping.
De richtlijn is herzien op initiatief van de Nederlandse Vereniging voor Anesthesiologie (NVA), in samenwerking met longartsen (NVALT), intensivisten (NVIC), KNO-artsen (NVKNO) en fysiotherapeuten (KNGF).
Bron: