Bij patiënten die zoledroninezuur krijgen voor botmetastasen was de cumulatieve incidentie van osteonecrose van de kaak (ONJ) na 3 jaar 2,8%. Dat concluderen onderzoekers van het SWOG Cancer Research Network in JAMA Oncology. De resultaten laten ook zien dat het type kanker, de mondgezondheid en de doseringsfrequentie geassocieerd zijn met het risico op ONJ.
Het doel van deze multicenter, prospectieve, observationele cohortstudie was het bepalen van de cumulatieve incidentie van ONJ na 3 jaar bij patiënten die zoledroninezuur kregen voor botmetastasen. Er werden 3491 patiënten geïncludeerd (1806 vrouwen (51,7%); mediane leeftijd 63,1 (2,24-93,9) jaar), van wie er 1120 borstkanker hadden; 580 myeloom; 702 prostaatkanker; 666 longkanker en 423 een andere maligniteit. Bij 2263 patiënten (64,8%) werd op baseline een tandheelkundig onderzoek uitgevoerd. In totaal ontwikkelden 90 patiënten een bevestigde ONJ, met een cumulatieve incidentie van 0,8% (95%-BI 0,5-1,1) in jaar 1; 2,0% (95%-BI 1,5-2,5) in jaar 2 en 2,8% (95%-BI 2,3-3,5) in jaar 3. De cumulatieve incidentie na 3 jaar was het hoogst bij patiënten met een myeloom (4,3%; 95%-BI 2,8-6,4). Patiënten met een gepland doseringsinterval voor zoledroninezuur kleiner dan 5 weken hadden een grotere kans op ONJ dan patiënten met een gepland interval van 5 weken of langer (HR 4,65; 95%-BI 1,46-14,81; p = 0,009). Ook trad ONJ vaker op bij patiënten met een lager totaal aantal tanden (HR 0,51; 95%-BI 0,31-0,83; p = 0,006), bij patiënten met een kunstgebit (HR 1,83; 95%-BI 1,10-3,03; p = 0,02) en bij rokers (HR 2,12; 95%-BI 1,12-4,02; p = 0,02).
Bron: